HOOFDSTUK 3
INSTALLATIE
3.4
Toevoerdruk regelen
De toevoerdruk wordt geregeld door de overdrukklep die naast de pomp in het tankcompartiment is gemon
teerd . Draai de drukregelschroef met de klok mee om de druk op de veer te verhogen en de toevoerdruk te
laten toenemen . Draai de schroef tegen de klok in om de druk op de veer te verlagen en de toevoerdruk te laten
afnemen . De druk die op de fabriek is ingesteld, heeft een toevoer van 12 bar (175 psig) bij 5,7 l/min (1,5 gallon) .
Dit is een geschikte waarde voor de PT36 op een M3systeem . Normaliter hoeft u de waarde niet te veranderen,
tenzij u de C11 in een andere toepassing gebruikt .
Deze overdrukklep stuurt de omgeleide koelvloeistof door de radiatoren terug in de tank . Daarom zou een ge
sloten persleiding de pomp niet moeten beschadigen .
In de pomp is tevens een overdrukklep ingebouwd . Deze klep wordt volgens de fabrikant van de pomp volledig
geopend bij 17,3 bar (250 psig) . Het enige doel is de bescherming van de pomp in geval de externe overdruk
klepfail is gesloten . Deze overdrukklep mag niet zomaar worden gewijzigd . In het onwaarschijnlijke geval dat
de externe overdrukklepfail sluit en de persleiding is gesloten, wordt de pompmotor gestopt door een thermo
staat als de pomptemperatuur hoger dan 55°C is .
Drukregelschroef
50