Anleitung RT_FF_1825_U_SPK2:_
NL
laag geleidevlak van de aanslagrail. Schuifhout is
niet bij de leveringsomvang begrepen.
Versleten schuifhout tijdig vervangen.
7.2.4 Gebruik als tafelcirkelzaag
Als u de zaag als tafelcirkelzaag gebruikt
dient de draaitafel steeds in de 0° stand te
zijn.
De zaag mag niet worden gebruikt om er
midden in een houten werkstuk in te zagen of
verborgen zaagsneden uit te voeren.
A Uitvoeren van langssneden (fig. 46)
Hierbij wordt een werkstuk in lengterichting
doorsneden. Eén kant van het werkstuk wordt tegen
de parallelaanslag (4) gedrukt terwijl de vlakke zijde
op de zaagtafel (2) ligt. De zaagbladafdekking (11)
moet altijd op het werkstuk worden neergelaten. De
werkstand tijdens het zagen in lengterichting mag
nooit in één lijn met de verloop van de snede zijn.
Parallelaanslag (14) afstellen naargelang de
hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte. (zie punt 7.2.2)
Met de kartelschroef (fig. 35, pos. 13) de
zaagbladhoogte overeenkomstig de
werkstukdikte afstellen.
De zaag aanzetten (zie ook punt 7.2.3/A).
Wacht met het zagen tot het zaagblad (4) zijn
maximumtoerental heeft bereikt.
Handen met gesloten vingers vlak op het
werkstuk leggen en het werkstuk langs de
parallelaanslag (14) het zaagblad in schuiven.
Zijdelingse geleiding met de linker of rechter
hand (naargelang de positie van de
parallelaanslag) enkel tot de voorkant van de
zaagbladafdekking (11).
Het werkstuk altijd doorschuiven tot het einde van
het spouwmes (12).
De snijafval blijft op de zaagtafel liggen tot het
zaagblad opnieuw tot stilstand is gekomen.
Lange werkstukken aan het einde van het snijden
beveiligen tegen neerkantelen! (b.v.
afrolstandaard etc.)
Snijden van smalle werkstukken (fig. 47)
Langssneden van werkstukken met een breedte van
minder dan 120mm moeten zeker mits
gebruikmaking van een schuifstok (9) worden
uitgevoerd (zie ook punt 7.2.3/D).
Snijden van zeer smalle werkstukken (fig. 35,49)
Voor langssneden van zeer smalle werkstukken met
een breedte van 30mm en minder moet zeker een
schuifhout worden gebruikt (zie ook punt 7.3.3 D).
34
23.06.2008
8:47 Uhr
Seite 34
B Uitvoeren van schuine sneden (fig. 50)
Schuine sneden worden principieel uitgevoerd mits
gebruikmaking van de parallelaanslag (14).
Zaagblad (4) op de gewenste hoekmaat afstellen.
Te dien einde de hefboom voor het veranderen
van schuin stand (fig. 35, pos. 3) loszetten en de
machineknop (17) naar links schuin zetten tot de
gewenste hoekmaat op de schaal (34) is bereikt
(zie ook 7.1.3/C). Dan de hefboom voor het
veranderen van schuine stand opnieuw
aanhalen.
Parallelaanslag (14) afstellen naargelang van de
breedte en de hoogte van het werkstuk. (zie ook
punt 7.2.2).
Zaagsnede uitvoeren overeenkomstig de
werkstukbreedte. (zie A)
C Uitvoeren van dwarssneden (fig. 50-51)
Dwarsaanslag (52) in de beide groef (47) van de
zaagtafel schuiven en op de gewenste hoekmaat
afstellen. Daarvoor de knevelschroef (48)
losdraaien en instellen zodat de wijzer (49) naar
de gewenste hoekmaat op de schaalverdeling
(50) wijst. Knevelschroef (fig. 48) opnieuw
aanhalen. De aanslagrail van de dwarsaanslag
kan naargelang het gebruiksdoeleinde dwars
worden verschoven. Daarvoor de kartelmoer (51)
losdraaien, aanslag verschuiven en kartelmoer
terug aanhalen.
Let op! De dwarsaanslag kan onder bepaalde
omstandigheden in het zaagblad uitsteken.
Neem steeds een minimumafstand van 20
mm van het zaagblad in acht!
Werkstuk hard tegen de dwarsaanslag drukken.
De zaag aanzetten (zie ook punt 7.2.3/A).
Wacht met het zagen tot het zaagblad (4) zijn
maximumtoerental heeft bereikt.
De dwarsaanslag (52) en het werkstuk naar het
zaagblad (4) toe schuiven teneinde de snede uit
te voeren.
Let op! Hou altijd het met de dwarsaanslag
geleide werkstuk vast, nooit het vrije werkstuk
dat afgesneden wordt.
Dwarsaanslag (52) altijd blijven vooruitschuiven
tot het werkstuk helemaal is doorgesneden.
Zaag weer uitzetten.
Zaagafval pas verwijderen als het zaagblad
stilstaat.