4.4
GEBRUIK OP HELLINGEN
WAARSCHUWING
Maai niet op hellingen met een helling van meer dan
15°. Als u zich niet op uw gemak voelt, maai dan niet
op een helling.
WAARSCHUWING
Houd een lage snelheid van het
zelfaandrijvingssysteem als u op een helling maait.
•
Ga niet omhoog en omlaag op een helling wanneer
u over het vlak van de helling maait. Wees
voorzichtig als u de richting op een helling
verandert.
•
Houd de gaten, sporen, stenen en andere
verborgen voorwerpen waardoor u kunt vallen in de
gaten. Verwijder alle obstakels zoals stenen en
takken.
•
Zorg voor een stabiele stand. Als u niet in balans
bent, laat dan onmiddellijk de borgschakelaar los.
•
Maai niet in de buurt van steile hellingen, sloten of
taluds.
4.5
GEBRUIKSTIPS
•
Probeer niet de werking van de startknop of
veiligheidsschakelaar te overbruggen.
•
Kantel het gereedschap niet wanneer u het start.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
draaiende onderdelen.
•
Houd de koker schoon.
•
Snijd geen nat gras.
•
Een hogere meshoogte is nodig voor nieuw of dik
gras.
•
Reinig de onderkant van de grasmaaier na elk
gebruik. Verwijder grasresten, bladeren,
verontreinigingen en ander vuil.
5
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Verwijder de veiligheidssleutel en het accupack uit het
gereedschap voordat u onderhoud uitvoert.
WAARSCHUWING
Zorg dat de motor en het accupack vrij zijn van gras,
bladeren of te veel vet.
LET OP!
Gebruik alleen goedgekeurde reserveonderdelen.
Engels
Zorg dat de kunststof onderdelen niet in contact
komen met remvloeistoffen, benzine of producten op
basis van aardolie. Chemicaliën kunnen het kunststof
beschadigen en het kunststof onbruikbaar maken.
Maak de kunststof behuizing of onderdelen niet
schoon met agressieve oplosmiddelen of
schoonmaakmiddelen.
5.1
ALGEMEEN ONDERHOUD
•
Voor elk gebruik dient u het complete gereedschap
op beschadigingen, missende of los zittende
onderdelen zoals schroeven, moeren, bouten en
doppen te controleren.
•
Draai alle bevestigingen en doppen goed vast.
•
Maak het gereedschap schoon met een droge doek.
Gebruik geen water.
5.2
SMERING
Breng een voldoende hoeveelheid hoogwaardig
smeermiddel aan op alle lagers. Bij normale
bedrijfsomstandigheden is geen lagersmering meer
nodig.
WAARSCHUWING
Smeer de wielcomponenten niet. Smering kan schade
aan de wielcomponenten veroorzaken tijdens het
gebruik.
5.3
VERVANG HET MES
Afbeelding 9.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen goedgekeurde vervangende messen.
WAARSCHUWING
Draag zware handschoenen of draai een doek om het
mes als u het mes aanraakt.
1. Schakel het gereedschap uit.
2. Zorg ervoor dat de messen volledig stoppen.
3. Verwijder de veiligheidssleutel en het accupack.
4. Draai het gereedschap op de zijkant.
5. Gebruik een stuk hout om te voorkomen dat het
mes beweegt.
6. Verwijder de montageschroef en sluitringen met een
sleutel of contact.
7. Verwijder het mes.
8. Installeer het nieuwe mes. Zorg ervoor dat de
verhoogde punten in de gaten van het mes grijpen.
37
LET OP!
LET OP!
NL