Veiligheid
Nr.
Component
10
Klemschroef
11
Kettingspanschroef
12
Accu
13
Aan/uit-schakelaar
14
Ontgrendelknop
15
Greep
16
Oog voor draaggordel
17
Draagharnas
3 VEILIGHEID
3.1
Algemene veiligheidsinstructies voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsinstructies,
werkinstructies, illustraties en techni-
sche gegevens waarmee dit elektrisch
gereedschap is voorzien.
Het niet naleven van de onderstaande in-
structies kan elektrische schokken, brand
en/of ernstig letsel veroorzaken.
■
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen voor toekomstig ge-
bruik.
De in de veiligheidsinstructies gebruikte term
'elektrisch gereedschap' heeft betrekking op elek-
trische gereedschappen die op netspanning wer-
ken (met netsnoer) en op elektrische gereed-
schappen die op accuspanning werken (zonder
netsnoer).
3.2
Elektrische veiligheid
■
Vermijd lichaamscontact met geaarde op-
pervlakken zoals bij buizen, verwarmin-
gen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat
een verhoogd risico op een elektrische schok
wanneer uw lichaam is geaard.
■
Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan
regen of vocht. Wanneer er water in het
elektrische gereedschap binnendringt, ver-
hoogt dit de kans op een elektrische schok.
3.3
Veiligheid van personen
■
Wees oplettend en voer uw handelingen
bewust uit. Ga voorzichtig te werk bij het
gebruik van het elektrische gereedschap.
Gebruik geen elektrisch gereedschap
442216_a
wanneer u moe bent of onder invloed bent
van drugs, alcohol of medicijnen. Wanneer
u een moment niet oplet, kan het elektrische
gereedschap ernstig letsel veroorzaken.
■
Draag een persoonlijke beschermingsuit-
rusting en altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van persoonlijke beschermingsmidde-
len, zoals stofmasker, veiligheidsschoenen
met antislipzolen, veiligheidshelm of gehoor-
bescherming, afhankelijk van het type en ge-
bruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico van letsel.
■
Voorkom dat het apparaat onbedoeld in
gebruik wordt genomen. Controleer of het
elektrische gereedschap is uitgeschakeld
voordat u het op de stroomvoorziening
en/of de accu aansluit, het optilt of draagt.
Wanneer u bij het dragen van het elektrische
gereedschap de vinger op de schakelaar
hebt of het apparaat ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot onge-
vallen leiden.
■
Verwijder afstel- of schroefgereedschap
voordat het elektrische gereedschap
wordt ingeschakeld. Gereedschap of sleu-
tels die in de draaibare onderdelen terecht
komen, kunnen verwondingen veroorzaken.
■
Voorkom een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u stevig staat en uw
evenwicht kunt bewaren. Hierdoor kunt u
het elektrische gereedschap in onverwachte
situaties beter controleren.
■
Draag geschikte kleding. Draag geen wij-
de kleding of sieraden. Houd haren, kle-
ding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Loszittende kle-
ding, sieraden of lange haren kunnen in be-
wegende onderdelen terecht komen.
3.4
Gebruik en behandeling van het
elektrische gereedschap
■
Voorkom overbelasting van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik voor uw werk-
zaamheden het juiste elektrische gereed-
schap. Met het passende gereedschap werkt
u beter en veiliger in het beschreven toepas-
singsgebied.
■
Gebruik het elektrische gereedschap niet
wanneer de schakelaar kapot is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer in- of uitgescha-
keld kan worden, is gevaarlijk en moet wor-
den gerepareerd.
49