8.1 Aanwijzingen m.b.t. het
verticuteren
Door regelmatig verticuteren wordt het
gazon ongevoeliger voor droogte, hitte en
koude. De jaarlijkse beluchting maakt het
gras minder bevattelijk voor ziekten en
bovendien worden hierdoor aangestampte
en kale plekken (bijv. door balspelen en
feesten of partijen) behandeld. – U krijgt
een gelijkmatig groeiend en groen gazon.
Tijdstip:
het beste tijdstip voor het jaarlijkse
verticuteren is het vroege voorjaar.
Bewerkt u het gazon meer dan eenmaal
per jaar met de verticuteermachine, dan
mag dit niet hartje zomer en ook niet in de
tweede helft van de herfst plaatsvinden.
Het gazon heeft na het verticuteren een
paar weken rust nodig. Het is daarom
optimaal om het gazon tijdens de
groeifase in het voorjaar te verticuteren.
Sterk vervilte gazons moet u tweemaal per
jaar behandelen: de eerste keer in het
voorjaar en de tweede keer in het najaar.
Voorbereiding van de grasmat:
maai het gras vóór het verticuteren af tot
een hoogte van ca. 2 tot 3 cm.
Hoe korter het gras is gemaaid, des te
beter u het kunt verticuteren.
Het gazon mag niet net ingezaaid, nat of al
te droog zijn.
Tips voor het beste werkresultaat:
● haal de bodem slechts oppervlakkig
open, om de graswortels niet te
beschadigden. (
7.4)
● Laat de verticuteermachine in rechte en
evenwijdige banen rijden.
● Houd een constante rijsnelheid aan.
0478 670 9902 H - NL
● Zet de verticuteereenheid vóór het
keren altijd in de transportstand.
(
7.3)
● Blijf niet te lang op één punt stilstaan.
● Bij een sterk vervilt gazon verticuteert u
een tweede maal, maar dan haaks op
de eerder gemaakte banen.
Na het verticuteren:
● haal al het geverticuteerd materiaal van
het gazon.
● Bemest het gazon en zaai eventueel
ontstane kale plekken bij.
● Besproei het gazon royaal met water.
8.2 Werkgebied van de gebruiker
● De gebruiker moet zich bij een
draaiende elektromotor om
veiligheidsredenen altijd in het
werkgebied achter de duwstang
bevinden. Neem steeds de door de
duwstang bepaalde veiligheidsafstand
in acht.
● De verticuteermachine mag uitsluitend
door één enkele persoon worden
bediend, derden moeten zich buiten de
gevarenzone bevinden. (
8.3 Juiste belasting van de
elektromotor
Schakel de elektromotor alleen in, als de
verticuteereenheid in de transportstand
staat.
De verticuteermachine mag slechts zo
sterk worden belast, dat het
elektromotortoerental daarbij niet
aanzienlijk daalt.
Reduceer bij een lager toerental de
snelheid. Zet indien nodig de
verticuteereenheid in de transportstand,
kies een lagere instelling van de snijdiepte
en ga vervolgens door met verticuteren.
8.4 Thermische
overbelastingsbeveiliging van de
elektromotor
Treedt tijdens het werken een
overbelasting op, dan schakelt de
ingebouwde thermische
overbelastingsbeveiliging de elektromotor
automatisch uit.
Oorzaken van overbelasting:
– te grote snelheid vooruit
– messen snijden te diep in de grond
7
– niet geschikte of te lange aansluitkabel
– spanningsverlies (
– slechte reiniging van de
koelluchttoevoer (ventilatiesleuven)
Opnieuw in gebruik nemen
Na een afkoelingsperiode van max. 10 min
(afhankelijk van de
omgevingstemperatuur) kan het apparaat
4.)
weer normaal worden ingeschakeld.
(
10.3)
8.5 Wanneer de verticuteereenheid
blokkeert
Zet onmiddellijk de elektromotor af en trek
de stekker eruit. Controleer daarna de
machine, in het bijzonder de
verticuteereenheid, op beschadigingen en
verhelp de oorzaak van de storing.
10.1).
69