de hendel weer los, kantel de zool van het gereedschap
naar de gewenste hoek, en zet de zool met de hendel
vast.
OPMERKING:
•
Om de positieve stop te kunnen veranderen, zet u
eerst de hendel los en verkleint u de verstekhoek tot
minder dan de gewenste stand van de positieve stop,
waarna u de stand van de positieve stop kunt
veranderen.
•
Als de pijl op de positieve stop 22,5 aanwijst, kan de
verstekhoek worden ingesteld tussen 0° en 22,5°; als
de pijl 45 aanwijst, kan de verstekhoek worden
ingesteld tussen 0° en 45°; en als de pijl 50 aanwijst,
kan de verstekhoek worden ingesteld tussen 0° en
50°.
Zichtlijn (zie afb. 10)
Voor recht zagen lijnt u de positie A op de voorkant van
de zool uit met de zaaglijn. Voor verticaal verstekzagen
onder een hoek van 45°, gebruikt u hiervoor positie B.
Aan/uit-schakelaar (zie afb. 11)
LET OP:
•
Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-
stand nadat deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om
het gereedschap te stoppen
De lamp inschakelen (zie afb. 12)
LET OP:
•
Stoot niet tegen de lamp omdat deze hierdoor kan
worden beschadigd of de levensduur kan worden
verkort.
•
Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van
de lamp.
De lamp gaat branden zodra de stekker van het
gereedschap in een stopcontact wordt gestoken. De lamp
blijft branden totdat de stekker van het gereedschap uit
het stopcontact wordt getrokken.
Als de lamp niet brandt, kan het netsnoer beschadigd zijn
of de lamp kapot zijn. Als de lamp brandt, maar het
gereedschap niet start, zelfs niet wanneer de schakelaar
in de aan-stand wordt gezet, kunnen de koolborstels
versleten zijn, of kan de motor of de aan/uit-schakelaar
defect zijn.
OPMERKING:
•
Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet
te bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
•
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
30
Opbergplaats van de inbussleutel (zie
afb. 13)
Een inbussleutel wordt op de cirkelzaag bewaard. Om de
inbussleutel eraf te halen, draait u deze naar u toe en trekt
u hem eruit.
Om de inbussleutel op te bergen, plaatst u deze op de
hendel en draait u hem tot hij het uitsteeksel op de
handgreep raakt.
Het zaagblad aanbrengen en verwijderen
(zie afb. 14)
LET OP:
•
Verzeker u ervan dat het zaagblad zodanig wordt
aangebracht dat de tanden aan de voorkant van het
gereedschap omhoog wijzen.
•
Gebruik uitsluitend de Makita-inbussleutel voor het
aanbrengen en verwijderen van het zaagblad.
Als u het zaagblad wilt verwijderen, drukt u eerst de
asvergrendeling in zodat het zaagblad niet meer kan
draaien, en gebruikt u vervolgens de inbussleutel om de
inbusbout linksom los te draaien. Verwijder tenslotte de
inbusbout, de buitenflens en het zaagblad.
Om het zaagblad aan te brengen, volgt u de procedure in
omgekeerde volgorde. ZORG ERVOOR DAT U DE
INBUSBOUT RECHTSOM STEVIG VASTDRAAIT. (zie
afb. 15)
Vergeet niet tijdens het verwisselen van het zaagblad ook
de bovenste en onderste beschermkappen te ontdoen
van opgehoopt zaagsel. Ondanks dergelijk onderhoud
blijft het noodzakelijk de werking van de onderste
beschermpak voor ieder gebruik te controleren.
Een stofzuiger aansluiten (zie afb. 16)
Wanneer u tijdens het zagen schoon wilt werken, sluit u
een Makita-stofzuiger aan op uw gereedschap. Monteer
de aansluitmond op het gereedschap met behulp van de
schroeven. Sluit vervolgens de stofzuigerslang aan op de
aansluitmond, zoals aangegeven in de afbeelding.
BEDIENING
LET OP:
•
Duw het gereedschap voorzichtig in een rechte lijn
naar voren. Als u het gereedschap dwing of verdraait,
zal de motor oververhit raken en het gereedschap
gevaarlijk terugslaan waardoor ernstig letsel kan
worden veroorzaakt. (zie afb. 17)
Gebruik altijd de voorhandgreep en achterhandgreep, en
houd het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan
zowel de voorhandgreep als de achterhandgreep. Het
gereedschap is voorzien van zowel een voorhandgreep
als een achterhandgreep. Als u de cirkelzaag met beide
handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen.
Plaats eerst de zool op het werkstuk dat u wilt zagen,
zonder dat het zaagblad het werkstuk raakt. Schakel
vervolgens het gereedschap in en wacht totdat het
zaagblad op volle snelheid draait. Duw het gereedschap
nu gewoon naar voren over het oppervlak van het
werkstuk, houd het daarbij vlak, en duw gelijkmatig totdat
het zagen klaar is.
Zorg voor een schone zaagsnede door een rechte
zaaglijn en een constante voortgaande snelheid. Als de
zaagsnede niet verloopt volgens de voorgenomen