BEDIENINGSHANDLEIDING
4. ALGEMENE VEILIGHEIDS- & ONDERHOUDSINSTRUCTIES
• Dit kabeltester is een elektronisch voorwerp en geen kinderspeelgoed! Bewaar deze daarom
buiten het bereik van kinderen.
• Gebruik het testapparaat niet voor aangesloten kabels die in bedrijf zijn. Het apparaat zou
kunnen worden beschadigd!
• De kabeltester mag niet worden veranderd of omgebouwd. De behuizing mag niet geopend
worden.
• Gebruik het product enkel in droge en afgesloten omgevingen. Bescherm het product tegen
vochtigheid.
• Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan sterke trillingen.
• Reinig het product uitsluitend met een pluisvrije doek. Let er hierbij in het bijzonder op, dat
geen water (geen vloeistoffen) in het product komt.
5. BEDIENINGSELEMENTEN
1: ON/OFF/S (langzame testsnelheid)
2: Power-led
3: RJ11 – Uitgangsconnector
4: RJ45 – Uitgangsconnector
5: RJ45 – Ingangsconnector
6: RJ11 – Ingangsconnector
7: LED-aanduidingen MASTER
8: LED-aanduidingen REMOTE
6. INBEDRIJFSTELLING VAN DE KABELTESTER
Lees de volgende secties en volg de stappen in de aangegeven volgorde om onjuiste installatie
te voorkomen.
• Voorafgaand aan de inbedrijfstelling of wanneer de power-led stopt met knipperen, is een
nieuwe batterij nodig
• 9V 6LRG61–blokbatterij in batterijvak van de MASTER – eenheid plaatsen (zie Pagina 2,
Afbeelding 9).
• Om een beschadiging van het apparaat door lekkende batterijen te voorkomen, verwijdert u
de batterijen wanneer u de kabeltester langere tijd niet gebruikt.
7. BEDIENING
Verbind de stekkers van de te meten kabel met de desbetreffende connectors van de
MASTER- en REMOTE-apparaten. Druk op de ON-schakelaar om het instrument in de "snelle
testmodus" te zetten. Daarbij wordt elk afzonderlijk contact van de kabel achtereenvolgens
gecontroleerd. De elektrische aansluiting wordt op het MASTER- en op het REMOTE-apparaat
met een led getoond. Door de schakelaar in de stand S te zetten, schakelt u het apparaat in de
"langzame testmodus". Door de schakelaar in de stand OFF te zetten, schakelt u het apparaat
uit. Het meetresultaat wordt via de status-leds op beide apparaten getoond. Bij kabels met
afscherming brandt bovendien de G – led.
(zie pagina 2)
22