kunnen niet worden opgeladen. De ouder-unit werkt echter
ook als deze wordt aangesloten op de netstroom middels
een adapter.
De reikwijdte tussen de baby-eenheid en de oudereenheid
bedraagt ca. 50 m binnenshuis en tot 300 m buiten (in het
open veld). Het ontvangstbereik van de babyfoon verandert
afhankelijk van de omgeving. Dikke muren of metaal
kunnen de reikwijdte reduceren.
De babyfoon beschikt over een Eco-Mode waarbij de
zender (baby-eenheid) automatisch in de stand-by-modus
wordt geschakeld zodra uw baby rustig slaapt. Hij
schakelt, afhankelijk van de ingestelde gevoeligheid, pas
weer in wanneer uw baby geluiden maakt of begint te
huilen.
Wanneer u alle geluiden uit de babykamer wilt horen, kunt
u de overdrachtsgevoeligheid van de VOX-functie met de
toets VOX 3 op maximum instellen (=stand 5). Op deze
Deze babymonitor heeft een geïntegreerde Eco-Mode.
Deze bespaart niet alleen energie, maar brengt ook de
straling van hoge frequenties in de kinderkamer terug tot
nul als de baby slaapt. Uw baby wordt dus niet continu
blootgesteld aan onnodige straling tijdens een rustige
slaap. Bovendien is er een volledige spaarstand
ingebouwd. Deze controleert permanent of de ouder-unit
en baby-unit met elkaar zijn verbonden. Ouders zullen
direct worden gewaarschuwd als de verbinding wordt
verbroken.
5.1 Eco-Mode
De Eco-Mode wordt automatisch geactiveerd bij VOX-
niveau 1-4 (zie „9.2 De VOX-functie gebruiken om de
gevoeligheid van de overdracht aan te passen" op
pagina 35). Als de modus is geactiveerd, worden de
overdrachten tussen de ouder-unit en baby-unit beperkt.
Het apparaat schakelt automatisch weer over naar de
overdrachtsmodus zodra uw baby een geluidje maakt dat
hoger is dan het geluidsniveau dat u hebt geselecteerd
(VOX-niveau 1-4).
6.1 Algemene aanwijzingen
• Lees voor het gebruik deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door. Deze is een bestanddeel van het
apparaat en moet te allen tijde beschikbaar zijn.
• Gebruik het apparaat en zijn accessoires zo verklaart in
de deel „4.1 Toepassingsdoel".
• Gebruik alleen de accessoires die werden meegeleverd
of die uitdrukkelijk in deze gebruiksaanwijzing werden
toegestaan.
NL
5. Eco-Mode en volledige spaarstand
6. Veiligheidsaanwijzingen
stand blijft de baby-eenheid continu ingeschakeld (zie
„9.2 De VOX-functie gebruiken om de gevoeligheid van de
overdracht aan te passen" op pagina 35).
Wanneer u geen enkel geluid wilt horen kunt u via de toets
volume - 4 het volume op mute zetten. In dit geval ziet u
alleen via de led-indicatie 2 wanneer uw baby geluiden
maakt.
Wanneer de Eco-Mode geactiveerd is, wordt de
hoogfrequente straling in de kinderkamer tot een minimum
gereduceerd. De baby-eenheid zendt dan uitsluitend iedere
30 seconden een kort signaal aan de oudereenheid om de
verbinding te controleren. Wanneer de oudereenheid zich
buiten de reikwijdte bevindt, worden de ouders daarop
gewezen door een geluidssignaal.
Meer over de Eco-Mode vindt u in „5. Eco-Mode en
volledige spaarstand" op pagina 32.
U kunt zien wanneer de Eco-Mode is geactiveerd doordat
het ledlampje 5 op de ouder-unit en het ledlampje 11 op de
baby-unit groen beginnen te knipperen. U kunt zien
wanneer de Eco-Mode is uitgeschakeld doordat beide
ledlampjes een stabiel groen lampje weergeven. VOX-
niveau 5 duidt op een constante verbinding tussen de
ouder-unit en baby-unit. Er is dan geen Eco-Mode
mogelijk.
5.2 Volledige spaarstand
De functie VOLLEDIGE SPAARSTAND garandeert dat u
altijd met uw baby in verbinding staat. De verbinding wordt
zelfs gecontroleerd als de Eco-Mode is uitgeschakeld,
zodat u zeker weet dat beide units zijn verbonden. Als de
ouder-unit op een bepaald moment buiten bereik is of als
de verbinding om een andere reden wordt verbroken, zal
het ledlampje 5 op de ouder-unit rood branden en klinkt er
een alarmsignaal.
Let op: controleer het bereik van uw babymonitor voordat
u de Eco-Mode gebruikt. Zorg dat de twee units altijd
binnen elkaars bereik zijn, zodat u uw baby kunt horen.
• Voor ieder gebruik moet u controleren of het apparaat
correct functioneert. Naast de controle van de
reikwijdte en de verbinding, wordt aanbevolen om de
verbinding op geluid te controleren wanneer het in
gebruik is.
• De apparaten mogen uitsluitend worden gebruikt voor
de overdracht van geluid in uw privé-omgeving. Iedere
persoon in de ruimte die kan worden afgeluisterd moet
32