Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisico's.
VOORZICHTIG
Waarschuwing voor mogelijke technische schade.
LET OP
4.2 Opbouw van de veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
In de kop wordt de bron en/of de aard van het gevaar vermeld
De inleiding beschrijft de gevolgen van niet-naleving van het veiligheidsvoorschrift. Bij meer dan één gevolg wor
den deze gevolgen gekenschetst als volgt:
>
bijv.: gevolg 1 bij veronachtzaming van het gevaar.
>
bijv.: gevolg 2 bij veronachtzaming van het gevaar.
► Met dit symbool wordt aangegeven wat er moet worden gedaan om het gevaar af te wenden.
4.3 Algemene veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften
Persoonlijk letsel/productschade door gebruik van het product in bepaalde situaties.
► Neem de in dit begeleidende document vermelde veiligheidsvoorschriften en voorzorgsmaatregelen in acht.
WAARSCHUWING
Gebruik van het product in de buurt van actieve geïmplanteerde systemen
Storing van de actieve implanteerbare systemen (bijv. pacemakers, defibrillators, enz.) als gevolg van door het
product gegenereerde elektromagnetische straling.
► Let op dat u bij gebruik van het product in de directe nabijheid van actieve implanteerbare systemen de mini
male afstanden in acht neemt die worden voorgeschreven door de implantaatfabrikant.
► Neem altijd de door de implantaatfabrikant voorgeschreven gebruiksvoorwaarden en veiligheidsvoorschriften
in acht.
WAARSCHUWING
Gebruik van het product bij het besturen van een voertuig en het bedienen van machines
>
Ongeval door onverwacht gedrag van het product.
>
Verwondingen door een verkeerde aansturing of onjuiste werking van het product.
► Het besturen van allerlei voertuigen en het bedienen van machines met dit product moet in overeenstemming
zijn met nationale voorschriften.
► Laat door een geautoriseerde instantie controleren en bevestigen dat het besturen van voertuigen met dit pro
duct is toegestaan.
► Schakel het product voordat u gaat rijden.
INFORMATIE
Op de vraag of en in hoeverre de drager van een prothese in staat is een voertuig te besturen, kan geen alge
meen geldend antwoord worden gegeven. Dit hangt af van de aard van de prothese en de handicap (amputatieni
veau, eenzijdig of tweezijdig, conditie van de stomp, constructie van de prothese) en van de individuele vaardig
heden van de drager van de prothese.
VOORZICHTIG
Vervangen van prothesecomponenten in ingeschakelde toestand
Verwonding door onjuiste besturing of onjuiste werking van het prothesesysteem.
► Voordat u prothesecomponenten (bijv. een grijpcomponent) gaat vervangen, moet u de accu uit de houder
halen of het prothesesysteem uitschakelen.
► De ErgoArm 12K50=* kan ook in uitgeschakelde toestand worden vergrendeld en ontgrendeld dankzij de
mechanische trekkabel.
12K41, 12K42, 12K44, 12K50
Veiligheid
49