Radiografische buitensensor
Met de bijgeleverde radiografische buitensensor kunnen de temperatuur- en
luchtvochtigheidswaarden van de plaats waar de sensor staat worden doorgege-
ven.
Ook deze sensor kan vrij voor de weergave in het buiten-gedeelte rechtsboven op
het display (displayoverzicht) worden geadresseerd. Af fabriek zijn alle radiografische
buitensensoren op sensor 1 ingesteld. Een individuele adressering is echter moge-
lijk.
7. Montage
Basisstation
Het basisstation kan m.b.v. het zwenkbare bedieningsgedeelte op een vlakke on-
dergrond (bijv. tafel, boekenplank, enz.) worden geplaatst, of m.b.v. de ogen aan
de achterzijde van de behuizing op de gewenste plaats worden opgehangen.
Belangrijk!
Het is aan te bevelen om voordat u het professionele radio-
grafische weerstation permanent monteert (boren van gaten
enz.) te controleren of de ontvangst van de 433-MHz-signalen
!
en de DCF-ontvangst goed zijn. Wanneer de ontvangst van de
signalen op de gewenste montageplaats niet mogelijk is, hoeft
het apparaat in de meeste gevallen alleen maar iets verschoven
te worden. Wanneer de signalen wel goed worden ontvangen, kan de
montagebout worden bevestigd. De montage bestaat alleen maar uit het
voorbereiden van de inbedrijfstelling. Plaats de magneten pas vlak voor de
inbedrijfstelling van het basisstation in de sensoren.
Tip!
Om de werking van alle sensoren te testen, wanneer u deze voor de eerste
keer in bedrijf stelt, kunnen de sensoren op een tafel of iets dergelijks wor-
den gelegd en in bedrijf worden genomen. (Zie punt 8. Inbedrijfstelling).
Montagevoorbeeld van de
noord
zuiden
radiografische windsensor
aan een mast
magneet
zonnecel
mast
149