2. Houd de meetknop ingedrukt om de meter te activeren en begin te meten. De display licht op als de
batterijspanning voldoende is.
3. Tijdens het meten kunt u:
De laserknop indrukken om de laser in te schakelen. De laserstraal dient enkel als richthulp. Wanneer
o
de laser ingeschakeld is, verschijnt het lasersymbool op de display. Richt de rode straal ongeveer 1 cm
onder het meetpunt. Druk nogmaals op de laserknop om de laser uit te schakelen.
Selecteer de temperatuureenheid met de °C/°F-knop.
o
4. Laat de meetknop los. De meetwaarde wordt ongeveer 7 seconden op de display weergegeven. Het toestel
schakelt automatisch uit na 20 seconden.
Achtergrondverlichting
Wanneer de achtergrondverlichting ingeschakeld is, dan zal elke bediening de achtergrondverlichting activeren
gedurende 7 seconden.
Verhouding afstand-meetpunt (D:S)
De verhouding afstand-meetpunt bedraagt 12:1.
•
De verhouding afstand-meetpunt is de verhouding van
•
de afstand tot het voorwerp en de diameter van het
meetoppervlak.
•
Bijvoorbeeld: de D:S-verhouding bedraagt 12:1, de
meting van een voorwerp op een afstand van 120 cm
is het gemiddelde van het meetgebied op 10 cm.
7.
Batterij
Vervang de batterij van zodra de indicator
indrukken van de meetknop.
De batterij bevindt zich in de handgreep.
1. Open het batterijvak.
2. Plaats een batterij.
Gebruik alleen geschikte batterijen (zie Technische specificaties hieronder).
Respecteer de polariteit.
3. Sluit het batterijvak.
Waarschuwing
•
Houd batterijen uit het bereik van kinderen.
U mag batterijen nooit doorboren of in het vuur gooien (explosiegevaar).
•
Herlaad geen alkalinebatterijen.
•
Gooi batterijen weg volgens de plaatselijke milieuwetgeving.
•
8.
Reiniging en onderhoud
•
De sensor is het meest delicate onderdeel van de thermometer en moet altijd schoon gehouden worden.
Maak de sensor schoon met een zachte doek of wattenstaafje gedrenkt in een beetje water of
•
ontsmettingsalcohol.
Laat de sensor drogen voor u de thermometer gebruikt.
•
•
Maak de andere onderdelen van de thermometer regelmatig schoon met een vochtige, niet-pluizende doek.
Gebruik geen alcohol of oplosmiddelen.
Dompel de thermometer nooit onder in water of een andere vloeistof.
•
Er zijn geen door de gebruiker te vervangen onderdelen.
•
Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw plaatselijke verdeler.
•
Opslagtemperatuur: zie technische specificaties.
•
9.
Technische specificaties
meetbereik
werktemperatuur
opslagtemperatuur
V. 01 – 17/04/2014
DVM440
verschijnt op de display of als het toestel niet oplicht bij het
-32 °C tot 350°C (-26 °F tot 662 °F)
0-50 °C (32-122 °F)
-20 °C tot 65 °C (-4 °F tot 149 °F)
8
©Velleman nv