Fietsen monteren voor uitbreidingsset 3e fiets
Aanwijzing
Zware fietsen dichtbij het voertuig en lichte fietsen
(bv. kinderfietsen) verder achter op de fietsdrager monteren.
De eerste fiets met de tandwielen naar het voertuig monteren.
26 2
26
25
1
1. De eerste twee fietsen monteren, zie de montage- en
gebruiksaanwijzing van de fietsendrager P22-S/P32-S.
Voorzichtig
Houder (2) aan het fietsframe bevestigen, omdat andere
onderdelen van de fiets beschadigd kunnen raken. Er mogen
geen bouwdelen, b v. schakel- en remkabels worden
ingeklemd.
Defecte klemmen moeten onmiddellijk worden vervangen.
2. De derde fiets overeenkomstig de eerste fiets positioneren
en met houder (2) van de tweede fiets aan de derde fiets
op een geschikt punt bevestigen.
3. Klem (26) met de draaigreep (25) vastschroeven,
met sleutel (1) vergrendelen en sleutel (1) uittrekken.
4. Spanriemen vasttrekken, zie de montage- en
gebruiksaanwijzing van de fietsendrager P22-S/P32-S.
Fietsen monteren voor uitbreidingsset 4e fiets
Aanwijzing
Zware fietsen dichtbij het voertuig en lichte fietsen
(bv. kinderfietsen) verder achter op de fietsdrager monteren.
De eerste fiets met de tandwielen naar het voertuig monteren.
25
1
26
M+P-25A-0152
1. De eerste drie fietsen monteren, zie de montage- en
gebruiksaanwijzing van de fietsendrager P22-S/P32-S.
Voorzichtig
Houder (17) aan het fietsframe bevestigen, omdat andere
onderdelen van de fiets beschadigd kunnen raken. Er mogen
geen bouwdelen, b v. schakel- en remkabels worden
ingeklemd.
Defecte klemmen moeten onmiddellijk worden vervangen.
2. De vierde fiets net als de tweede positioneren en met de
houder (17) van de derde fiets naar de vierde fiets toe op
een geschikte plaats bevestigen.
3. Klem (26) met de draaigreep (25) vastschroeven,
met sleutel (1) vergrendelen en sleutel (1) uittrekken.
4. Spanriemen vasttrekken, zie de montage- en
gebruiksaanwijzing van de fietsendrager P22-S/P32-S.
Fietsen demonteren
Demontage van de fietsen in omgekeerde volgorde.
- 33 -
17
M+P-25A-0150