aansprakelijkheid af in geval van schade of
letsels veroorzaakt door die producten.
• De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
dienstcentra en wederverkopers.
BELANGRIJK Alle werkzaamheden
voor onderhoud en afstelling die niet in
deze handleiding beschreven zijn, moeten
uitgevoerd worden door uw Wederverkoper
of door een gespecialiseerd Centrum.
7.2 BEREIDING VAN HET
BRANDSTOFMENGSEL
Deze machine is uitgerust met een
tweetaktmotor waarvoor een mengsel van
benzine en smeerolie gebruikt moet worden.
BELANGRIJK Het gebruik van
alleen benzine beschadigd de motor
en doet de garantie vervallen.
BELANGRIJK Gebruik alleen brandstof
en smeermiddelen van goede kwaliteit,
om de prestaties in stand te houden en
borg te staan voor de levensduur van
de mechanische componenten.
7.2.1 Eigenschappen van de benzine
Gebruik alleen loodvrije benzine (groen) met
een octaangehalte van minstens 90 N.O.
BELANGRIJK Groene benzine zorgt
altijd voor wat afzettingen in het recipiënt
indien het langer dan 2 maanden bewaard
wordt. Gebruik altijd verse benzine!
7.2.2 Eigenschappen van de olie
Gebruik alleen synthetische olie van uitstekende
kwaliteit, specifiek voor tweetaktmotoren.
Bij uw Verkoper zijn oliën beschikbaar
die speciaal bestudeerd werden voor dit
type van motor en in staat zijn om voor
een hoge bescherming te zorgen.
Het gebruik van deze oliën leidt tot een mengsel
bij 2,5%, d.w.z. 1 deel olie voor 40 delen benzine.
7.2.3 Bereiding en bewaring
van het mengsel
Voor de bereiding van het mengsel:
– Doe ongeveer de helft van de
benzine in een geschikte tank.
– Voeg er alle olie aan toe.
– Voeg de rest van de benzine toe.
– Sluit de dop en schud krachtig.
BELANGRIJK Het mengsel is onderhevig
aan veroudering. Bereid niet te veel
mengsel, om afzettingen te voorkomen.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat de recipiënten
van de benzine en het mengsel goed van elkaar
onderscheiden worden, om geen vergissing
te begaan op het moment van het gebruik.
BELANGRIJK Reinig de recipiënten
van de benzine en het mengsel periodiek,
om eventuele afzettingen te verwijderen.
7.3 BIJVULLEN VAN BRANDSTOF
Vooraleer bij te vullen:
• Schud de tank van het mengsel krachtig.
• Plaats de machine effen en stabiel,
met de vuldop van het reservoir
naar boven (afb. 10G; afb. 11G).
OPMERKING Op de dop van het
reservoir van het mengsel (afb. 10.G; afb.
11.G) staat het volgende symbool:
Mengreservoir.
• Maak de dop van het reservoir en de zone
rond de dop schoon om te voorkomen
dat tijdens het bijvullen onzuiverheden
terechtkomen in het mengsel.
• Open de dop van het reservoir voorzichtig
om de druk geleidelijk aan af te laten.
• Vul bij gebruik makend van een trechter
en vul het reservoir niet tot aan de rand.
7.4
REINIGING VAN DE MACHINE
EN VAN DE MOTOR
Reinig de machine steeds na gebruik.
• Om het risico op brand tot een
minimum te herleiden:
– houd de machine, en in het
bijzonder de motor vrij van resten
gras, bladeren of teveel vet;
– reinig de vleugels van de cilinder
regelmatig met perslucht en maak de
zone van de geluidsdemper vrij van
zaagsel, takjes, bladeren of ander afval.
• Om oververhitting en schade aan de
motor te voorkomen, moeten de roosters
voor de aanzuiging van de koellucht altijd
schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn .
NL - 13