Montage van de onderste schuifbeugel (zie
fi g. 7)
•
De onderste schuifbeugel (fig. 7, pos. 6) moet
over de schuifbeugelhouders worden gescho-
ven.
•
De buizen met elkaar verbinden m.b.v. de bi-
jgaande schroeven (fig. 7, pos. 4), de sluitrin-
gen (fig. 7, pos. 17) en de snelspanhefbomen
(fig. 7, pos. 13).
Montage van de bovenste schuifbeugel (zie
fi g. 8 tot fi g. 10)
•
In de bovenste schuifbeugel (fig. 8, pos. 5)
zitten onder elkaar 2 gaten, die een extra
aanpassing van de hoogte mogelijk maken.
•
Bovenste schuifbeugel (fig. 8, pos. 5) positio-
neren zodat de gaten van de bovenste schu-
ifbeugel overeenstemmen met de gaten van
de onderste schuifbeugel.
•
De buizen met elkaar verbinden m.b.v. de bi-
jgaande schroeven (fig. 8, pos. 4), de sluitrin-
gen (fig. 8, pos. 3) en de snelspanhefbomen
(fig. 8, pos. 13).
•
Met de bijgaande kabelhouders (fig. 9, pos.
12) de netkabel op de buizen van de schu-
ifbeugels vastmaken zodat het openen en
sluiten van de uitwerpklep verzekerd is (fig.
10, pos. 12).
Let er goed op dat de uitwerpklep steeds gemak-
kelijk kan worden geopend en gesloten!
Montage van de opvangkorf (zie fi g. 11-14)
Het apparaat bezit in zijn basisuitrusting geen
vangkorf. Deze is apart verkrijgbaar (art.-nr.
3405576).
•
De beide stukken van het stangenstelsel in-
eenschuiven (fig. 11).
•
De opvangkorf over het metalen stangenstel-
sel trekken (fig. 12).
•
De rubberlassen over het metalen stangens-
telsel omslaan (fig. 13).
•
Teneinde de opvangkorf op de verticuteer-
der vast te haken heft u de uitlaatklep (fig.
14, pos. 10) met een hand op en pakt u de
opvangzak met de andere hand aan de hand-
greep vast om hem van boven vast te haken
(fig. 14).
Gevaar!
Bij het vasthaken van de opvangkorf moet de
motor afgezet zijn en mag de messenwals niet
draaien!
Anl_GAV_E 40_Li_OA_SPK7.indb 71
Anl_GAV_E 40_Li_OA_SPK7.indb 71
NL
Instelling van de steelhoogte (zie fi g. 15)
Zet aan weerskanten van de verticuteerder de
snelspanhefbomen (fi g. 15, pos. 13) los.
De steelhoogte mag tijdens de werkzaamheden
op positie 1 of 2 (fi g. 15) worden afgesteld. Haal
de snelspanhefbomen terug aan.
Aan weerskanten moet dezelfde hellingshoek
worden ingesteld.
Afstellen van de verticuteerdiepte (zie fi g. 16)
De verticuteerdiepte wordt afgesteld via het ver-
stelmechanisme. Te dien einde de hefboom in pi-
jlrichting trekken( zie fi g. 16) en naar de gewenste
stand (0/ 1/ 2/ 3) brengen. Zorg ervoor dat de
hefboom naar behoren vastklikt!
0 = rij- / of transportstand -3 mm
I = verticuteerdiepte 3 mm
II = verticuteerdiepte 6 mm
III = verticuteerdiepte 9 mm
Laden van de accu (fi g. 17/19)
Het apparaat wordt geleverd zonder accu´s en
zonder lader!
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (22) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu (21) op de lader (22).
4. Onder punt „Indicatie lader" vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
- 71 -
16.09.2016 08:57:11
16.09.2016 08:57:11