Español
NORMAS DE SEGURIDAD
posterior con la mano derecha (Fig. 7). Verificar que todas
las partes del cuerpo estén alejadas de la cadena y del
silenciador.
16 - Cortando un tronco o una rama en tensión, prester
atención para que no le sorprenda la instantánea
disminución de la tensión de la madera.
17 - Tener mucha precaución cortando ramas pequeñas
o arbustos que pueden bloquear la cadena o ser
proyectados contra usted y hacerle perder el equilibrio.
18 - No cortar con la motosierra por encima de la altura de sus
hombros (Fig. 8).
19 - Cuando se usa la motosierra se debe de disponer de un
extintor antiincendio lo más cerca posible (Fig. 4B).
20 - Controlar diariamente la motosierra para asegurarse de
que funcionan todos los dispositivos.
21 - Seguir siempre nuestras instrucciones para las
operaciones de mantenimiento.
22 - No trabajar con una motosierra dañada, mal reparada, mal
montada o modificada arbitrariamente. No quite, dañe, o
vuelva ineficaz ningún dispositivo de seguridad. Utilizar
unicamente barras del largo indicado en el quadro.
23 - No efectuar nunca operaciones o reparaciones que
no sean de normal mantenimiento. Dirijirse a talleres
especializados y autorizados.
24 - No usar combustible (mezcla) para operaciones de
limpieza.
25 - Conservar la motosierra en un lugar seco, elevado del
suelo, con el cubrebarra montado y los depósitos vacíos.
26 - No poner en marcha la motosierra sin el carter
cubrecadena.
27 - Si se necesita poner fuera de servicio la motosierra, no se
debe de abandonar en el medio ambiente, se aconseja
entregarla al Distribuidor que proveerá a su correcta
colocación.
28 - Dar (prestar) la motosierra solamente a personas expertas
o con conocimiento del funcionamiento y del correcto
uso. Prestar conjuntamente el manual de instrucciones de
uso, que se deberá leer antes de comenzar el trabajo.
29 - Dirigirse siempre a su vendedor para cualquier otra
aclaraciòn o intervenciòn prioritaria.
30 - Conservar cuidadosamente el presente manual de
instrucciones y consultarlo en cada ocasión en que la
máquina sea utilizada.
5
LET OP - Als de motorzaag op de juiste manier
gebruikt wordt, is het een snel, gemakkelijk en efficiënt
werktuig; als de motorzaag niet op de juiste manier of
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt
wordt, kan het een gevaarlijk werktuig worden.
Opdat u altijd prettig en veilig kunt werken de hierna in
de loop van de handleiding volgende.
1 - De motorzaag moet alleen door volwassenen in goede
lichamelijke conditie, die de gebruiksaanwijzingen kennen,
gebruikt worden.
2 - De motorzaag niet gebruiken, als u vermoeid bent of
wanneer u alcohol, drugs of medicijnen heeft gebruikt.
3 - Geen sjaals, armbanden of andere kleding, die tussen
de machine of de ketting terecht zouden kunnen komen,
dragen (zie pag. 8-9). Nauwsluitende werkkleding dragen.
4 - A n t i - s l i p w e r k s c h o e n e n , w e r k h a n d s c h o e n e n ,
oogbescherming, haarbescherming en veiligheidshelm
dragen (zie pag. 8-9).
5 - Bij het opstarten en het gebruik van de motorzaag
niet toestaan, dat zich andere personen binnen diens
actieradius bevinden (Fig. 2).
6 - Niet met zagen beginnen, voordat het werkterrein volledig
schoon- en vrijgemaakt is. Niet in de buurt van electrische
kabels zagen.
7 - Bij het zagen altijd een stevige en veilige houding
aannemen (Fig. 3).
8 - De motorzaag alleen in heel goed geventileerde ruimtes
gebruiken, niet gebruiken in ontplofbare, ontvlambare of
gesloten ruimtes.
9 - Bij het vervoer van de motorzaag moet de motor
uitgeschakeld zijn, het zaagblad opgeklapt en de
kettingbescherming aangebracht (Fig. 4A).
10 - Als de motor loopt de ketting niet aanraken en geen
onderhouds-werkzaamheden uitvoeren.
11 - De tank buiten bereik van warmtebronnen en met
uitgeschakelde motor bijvullen (Fig. 5). Niet roken tijdens
het bijvullen (Fig. 5). De tankdop niet verwijderen, als de
motor loopt. Als er tijdens het bijvullen brandstof gemorst
wordt, de motorzaag minstens 3 meter verplaatsen,
alvorens deze op te starten (Fig. 6).
12 - De handgrepen altijd droog en schoon houden.
13 - Alvorens de motor op te starten zich ervan overtuigen, dat
de ketting vrij kan draaien.
14 - Als de motor stationair loopt, mag de ketting niet draaien.
15 - Als de motorzaag loopt, de voorste handgreep altijd goed
6
Nederlands
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
16 - Bij het doorzagen van een boomstam of een tak onder
17 - Heel voorzichtig zijn bij het doorzagen van kleine takken
18 - Nooit met de motorzaag boven schouderhoogte werken
19 - Als men de motorzaag gebruikt, moet er een brandblusser
20 - Dagelijks de motorzaag controleren om zich ervan
21 - Altijd onze instructies voor de onderhoudswerkzaamheden
22 - Geen beschadigde, slecht gerepareerde of gemonteerde
23 - Nooit zelf werkzaamheden of reparaties uitvoeren, die
24 - G e e n b r a n d s t o f ( m e n g s e l ) g e b r u i k e n v o o r h e t
25 - De motorzaag op een droge plaats,boven de vloer, met de
26 - De motorzaag niet starten zonder kettingkast.
27 - In geval men de motorzaag buiten gebruik moet stellen,
28 - De motorzaag alleen aan ervaren personen in handen
29 - Zich altijd tot uw verkoper wenden voor iedere verdere
30 - Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en raadplegen voor
7
met de linkerhand vasthouden en de achterste met de
rechterhand (Fig. 7). Ervoor zorgen, dat alle lichaamsdelen
zich buiten bereik van de ketting en de uitlaat bevinden.
spanning erop letten, zich niet te laten verrassen door het
ogenblikkelijke spanningsverlies van het hout.
of struiken, die de ketting kunnen blokkeren of tegen u
aan geschoten kunnen worden en u uw evenwicht kunnen
doen verliezen.
(Fig. 8).
in de onmiddellijke omgeving zijn (Fig. 4B).
te overtuigen, dat ieder onderdeel, al dan niet ter
bescherming, goed functioneert.
opvolgen.
of naar eigen goeddunken aangepaste motorzaag
gebruiken. Geen enkele veiligheidsvoorziening verwijderen,
beschadigen of uitschakelen. Alleen een zaagblad met de
in de tabel aangegeven lengte gebruiken.
niet tot het normale onderhoud behoren. Zich alleen tot
gespecialiseerde en geautoriseerde werkplaatsen wenden.
schoonmaken.
zaagbladbeschermer erop en lege tanks opbergen.
deze niet ergens laten liggen, maar aan de verkoper
overhandigen, die zal zorgen voor de juiste berging.
geven of uitlenen, die de werking en het juiste gebruik
van de machine kennen. Ook de handleiding met de
gebruiksaanwijzingen meegeven om te lezen alvorens met
het werk te beginnen.
uitleg of noodzakelijke ingreep.
ieder gebruik van de machine.
8
7