2 Installatieplaats
2 4 Ventilatie en erei
2 4 1 Bi installatie van één uitenapparaat
De minimale afmetingen zijn als volgt aangegeven, behalve voor Max., hetgeen
betekent de Maximale afmetingen.
Raadpleeg voor alle gevallen de getallen.
1 Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-2)
2 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-3)
3 Alleen obstakels aan de achterzijde en de zijkanten (Fig. 2-4)
4 Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-5)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 500 mm of
meer te bedragen.
5 Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-6)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 500 mm of
meer te bedragen.
6 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde en de zijkanten (Fig. 2-7)
Fig 2-2
Fig 2-6
Fig 2-9
Fig 2-12
aarheid
Fig 2-3
1500
2 4 2 Bi installatie van
Laat tussen de onderlinge units minimaal 25 mm ruimte.
1 Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-8)
2 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-9)
Installeer niet meer dan drie apparaten naast elkaar. Laat bovendien ruimte vrij zoals afgebeeld.
3 Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-10)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 1000 mm of
meer te bedragen.
4 Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-11)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 1000 mm of
meer te bedragen.
5 Opstelling met één parallel apparaat (Fig. 2-12)
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1000 mm bedragen.
6 Opstelling met meerdere parallelle apparaten (Fig. 2-13)
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1500 mm bedragen.
7 Opstelling met boven elkaar geplaatste apparaten (Fig. 2-14)
ruimte vrij zoals afgebeeld.
Fig 2-4
1500
Fig 2-7
Fig 2-10
Fig 2-13
eerdere uitenapparaten
Fig 2-5
Fig 2-8
Fig 2-11
Fig 2-14
41