5.3 Slangen monteren
5.3.1 Optioneel: aanzuigslang installeren
Het installeren van een aanzuigslang is alleen nodig bij gebruik van de aansluiting aan de zijkant
van de adapterplaat.
1) Sluit de aanzuigslang aan op de aansluiting aan de zijkant van de adapterplaat.
2) Leid de aanzuigslang naar de daarvoor bestemde aansluiting van de prothesekoker en sluit
hem aan.
5.3.2 Afvoerslang installeren
Door de afvoerslang worden de aangezogen lucht en vloeistof afgevoerd. De vloeistof mag niet
worden afgevoerd via metalen delen van de modulaire prothese. Hoe langer de afvoerslang is,
hoe sterker deze het geluidsniveau van de vacuümpomp doet afnemen.
VOORZICHTIG
Verkeerd installeren van de afvoerslang
Huidirritaties, ontstaan van eczeem of infecties door contaminatie met kiemen
►
Installeer de afvoerslang zo, dat de slangopening niet is gericht op lichaamsdelen of in de
richting van de cosmetische overtrek.
1) Sluit de afvoerslang aan op de daarvoor bedoelde aansluiting van de vacuümpomp (zie
afb. 5).
2) Wanneer er een cosmetische schuimovertrek wordt gebruikt: maak een opening in de
cosmetische schuimovertrek en leid de afvoerslang door deze opening naar buiten.
3) Wanneer er geen cosmetische overtrek wordt gebruikt: leid de afvoerslang langs de pro
these omlaag tot aan de prothesevoet en zet de slang vast.
4) Snijd of knip het uitstekende gedeelte van de afvoerslang af.
6 Gebruik
6.1 Vacuümpomp installeren
De vacuümpomp wordt op de adapterplaat geschoven. De aansluiting voor het genereren van de
onderdruk wordt daarbij in de adapterplaat gestoken. De vacuümpomp wordt met de torxsleutel
als vergrendelingspen vastgezet, zodat de pomp niet per ongeluk kan worden losgetrokken.
1) Wanneer de afvoerslang aan de prothese is bevestigd: verbind de vacuümpomp met de
afvoerslang.
2) Zet de vacuümpomp schuin van boven af op de geleidestangen van de adapterplaat en schuif
de pomp horizontaal door tot de aanslag (zie afb. 20).
3) Steek de torxsleutel in de opening aan de zijkant van de vacuümpomp (zie afb. 21).
6.2 Vacuümpomp bedienen
De vacuümpomp kan door de gebruiker worden ingesteld op verschillende modi. De vacuüm
pomp wordt bediend met een keuzeschakelaar die zich op de behuizing van de pomp bevindt.
Naast een automatische modus zijn er vier constante onderdrukniveaus en een retourmodus. In
de automatische modus wordt de mate van activiteit bepaald aan de hand van de drukschomme
lingen in het systeem. De vacuümpomp past de onderdruk dynamisch aan om een optimum aan
houvast en comfort te waarborgen. In de retourmodus wordt er door de vacuümpomp lucht in de
koker gepompt. Deze modus dient als spoelmodus en kan ook worden gebruikt om eventuele
ongerechtigheden uit het systeem te verwijderen. Een overzicht van de verschillende modi is te
vinden in de onderstaande tabel:
Symbool op de
keuzeschakelaar
72
Automatische modus
Geselecteerde modus