Tip:
Kijkt u alstublieft bij de paragrafen "Router-compatibility" en "Oplossen van storingen" als er zich problemen voordoen bij het
instellen van de gateway.
Windsensor (anemometer) (Fig. 3, 2)
•
1. Registratie en installatie
1)
Bevestig de wieken en de vanen aan de windmeter en draai de schroeven vast.
2)
Leg de windmeter naast de gateway.
3)
Activeer WLAN op uw iOS of Androidtoestel en start de "Bresser Connect" app.
4)
Kies "Weather" en klik op de "i" in de rechterbovenhoek om de instellingen uit te voeren.
5)
Klik op "Wind, Temperature, Humidity".
6)
Klik op "+" in de rechterbovenhoek om een nieuwe windmeter toe te voegen.
7)
Open het deksel van het batterijvak van de windmeter.
8)
Gebruik het kompas op de windmeter om de windvaan naar het noorden te richten (Fig. 4).
9)
Houd de windvaan naar het noorden en laat hem niet draaien. Doe 2 AA batterijen volgens de aangegeven polariteit in
het batterijvak. Het rode LED lampje boven het batterijvakdeksel van de windmeter zal na installatie van de batterij
een paar keer knipperen. Let erop dat de windvaan, op het moment dat het rode LED lampje knippert, naar het
noorden wijst. De kalibrering is nu gereed.
10) Mocht de windvaan niet naar het noorden gewezen hebben toen het rode LED lampje knipperde neemt u eerst de
batterijen uit en herhaalt u stappen 8 en 9.
11) Klik binnen 30 seconden na het plaatsen van de batterijen in de app op "Connect" om de windmeter te zoeken.
12) Indien er verbinding is gemaakt, wordt "Sensor is connected" weergegeven en is de windmeter met succes
aangemeld. U kunt nu verdergaan en de naam en foto aanpassen. Klik op het symbool "Save" in de rechterbovenhoek
om de app af te sluiten en de instellingen op te slaan. Sluit het deksel van het batterijvak van de windmeter en draai
de schroeven aan.
13) Ga nu terug naar de displaymodus "Weather", en na enige tijd worden de windsnelheid en -richting, de temperatuur
en de luchtvochtigheid op het scherm weergegeven.
•
2. Testen van de effectieve afstand signaaloverbrenging
Wij raden u aan een eenvoudige controle van de overbrenging uit te voeren vóór montage van de windmeter om er zeker van
te zijn dat deze zich binnen de effectieve afstand van de signaaloverbrenging bevindt.
1)
Kies een plek om de windmeter te monteren die...
- ...vrij staat (geen objecten vóór of aan de zijkanten van het toestel) zodat de wind de windmeter ongehinderd kan
bereiken.
- ... voor de best mogelijke signaaloverbrenging geen obstakels binnen een straal van 100 meter (328 voet) naar de
gateway mag hebben. De afstand wordt minder als er zich obstakels tussen de windmeter en de gateway bevinden.
- ... zich een meter boven de grond bevindt, om de minimale hoogte na montage te simuleren.
2)
Als het tijdens de test winderig is, laat dan de windmeter eerst vrij draaien en onderneem dan de volgende stappen:
-
Start de app en ga naar de weergave "Weather". (Overtuig uzelf ervan dat WLAN op uw iOS of Androidtoestel geac
tiveerd is en dat u zich binnen het bereik van het WLAN netwerk bevindt.)
-
Als de informatie over windsnelheid en -richting verandert en binnen een aantal minuten vernieuwd wordt bevindt
uw windmeter zich binnen het effectieve bereik voor de signaaloverbrenging. Ga verder met "3. Montage van de
windmeter".
3)
Als het tijdens de test windstil is, wacht dan 25 minuten en volg daarna de volgende stappen:
-
Start de app en ga naar de weergave "Weather". (Overtuig uzelf ervan dat WLAN op uw iOS of Androidtoestel
geactiveerd is en dat u zich binnen het bereik van het WLAN netwerk bevindt.)
-
Als de informatie over windsnelheid en -richting nu op het display wordt weergegeven bevindt uw windmeter
zich binnen het effectieve bereik voor de signaaloverbrenging. Ga verder met "3. Montage van de windmeter".
-
Als er „---" op het windsnelheidsdisplay of "Sensor is not connected" in het set-up menu wordt weergegeven
bevindt uw windmeter zich buiten het effectieve bereik voor de signaaloverbrenging. Verklein de afstand tussen de
windmeter en de gateway. Ga naar „Wind, Temperature, Humidity" in het set-up menu en klik op „Connect" om de
sensor opnieuw te verbinden. Herhaal dit proces tot de sensor verbonden is met uw Connect-systeem.
38