3
Selecteer een optie:
• Selecteer Uit om het filter uit te schakelen en de
gevoeligheid van het scherm voor wijzigingen in de
windsnelheid zo groot mogelijk te maken.
• Selecteer Aan en pas de waarde aan. Selecteer een
hoger getal om de gevoeligheid van het scherm voor
wijzigingen in de windsnelheid te vergroten, of selecteer
een kleiner getal om de gevoeligheid te verkleinen.
• Selecteer Auto om de filterinstellingen automatisch aan te
passen op basis van de windomstandigheden.
4
Selecteer Gereed.
Onderhoud en opslag
• Gebruik zo nodig een milde zeepoplossing om de
windtransducer te reinigen, en spoel het toestel voorzichtig af
met water. Gebruik geen reinigingsmiddelen of water onder
hoge druk.
• Het wordt aanbevolen om de windtransducer te verwijderen
en op een droge locatie te bewaren als het toestel gedurende
een langere periode niet wordt gebruikt.
Specificaties
Specificatie
Afmeting wanneer bevestigd (H×L)
Gewicht
Kabellengte
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Waterbestendigheid
Stroomverbruik (windtransducer)
Stroomverbruik (windtransducer en
GND 10)
Nominale opgenomen stroom bij
12 gelijkstroom (windtransducer)
Nominale opgenomen stroom bij
12 gelijkstroom (windtransducer en
GND 10)
Windsnelheidsbereik
22
Waarde
345 mm (13,58 inch) × 610 mm
(24 inch)
260 g (9,17 oz.)
25 m (82 voet)
Van -15° tot 70°C (5° tot 158°F)
Van -20° tot 80°C (-4° tot 176°F)
IEC 60529 IPX-6 (beschermd
tegen zware zee)
0,33 W
0,85 W
28 mA
71 mA
Van 0,8 tot 90 knopen (van 0,4
tot 50 m/s)
Installatie-instructies