Informatie over de axiale ringen
1) Gebruik de axiale ringen volgens de aanbeveling (zie de onderstaande
tabel).
2) Bij speling in m–l-richting of weerstand bij flexie/extensie: Vervang
de axiale ringen door dikkere of dunnere om het orthesescharnier de
gewenste beweeglijkheid te geven.
Maat van het orthesescharnier
17LA3N=10*, 17LA3N=12*
17LA3N=14*, 17LA3N=16*, 17LA3N=20*
Breng om te beginnen twee axiale ringen aan met de vet gemarkeerde dikte.
Ingietstang monteren
17LA3N=1
Platverzon
3,5 (31)
ken bout
► Zet de ingietstang met de platverzonken bouten vast aan het basisonder
deel, borg de schroefverbindingen met Loctite® 241 en draai ze aan met
het aangegeven aanhaalmoment.
5.3 Aanpassen
Door de individuele combinatie van cilindrische pen en veer met de schroef
draadpennen wordt het systeemenkelscharnier aangepast aan de behoeften
van de patiënt.
1) Veer inzetten: Bevestig de kogel met de veerhuls en de veer in het
basisonderdeel.
2) Aanslag inzetten: Bevestig de aanslaghuls met de cilindrische pen en
de aanslagbuffer in het basisonderdeel. Plaats de cilindrische pen hier
bij met de smal toelopende kant op de voetbeugel.
3) Borg de schroefdraad van de schroefdraadpen met Loctite® 241 en
schroef de schroefdraadpen in het basisonderdeel. Let hierbij op de
hoekinstelling van het enkelscharnier.
6 Reiniging
Als de systeemscharnieren in contact zijn geweest met water dat zout,
chloor of zeep bevat en wanneer de scharnieren vuil zijn, moeten ze onmid
dellijk worden gereinigd.
1) Spoel de systeemscharnieren af met zuiver zoet water.
50
Aanhaalmoment in Nm (lbf in.)
17LA3N=1
0*
2*
3,5 (31)
Dikte van de axiale ringen [mm]
0,70, 0,75, 0,80, 0,85, 0,90
0,85, 0,90, 0,95, 1,0, 1,05, 1,10
17LA3N=1
17LA3N=1
4*
3,5 (31)
7 (62)
17LA3N=2
6*
0*
7 (62)