03. Paren van de baby-unit activeren
Houd de paringsschakelaar (16) van de baby-unit ingedrukt, totdat de LED-indicatielamp
(14) begint te knipperen. Laat de schakelaar nu weer los, afb.9.
04. Paringsproces
Het paren begint automatisch. De ouder-unit zoekt de baby-unit en in het display (4) verschijnt „SEARCHING
FOR CAMERA". Nadat het paren is afgesloten stuurt de baby-unit het ontvangen beeld naar de ouder-unit,
het knipperen van de LED-indicatielampjes stopt.
05. Beëindigen van het paren
Schakel de baby-unit weer op OFF (17), net zoals de ouder-unit (2). Vervolgens de baby- en
ouder-unit weer op ON zetten, afb.10.
06. Gereed voor gebruik
Het apparatenset „Apollo" is nu volledig gereed voor gebruik.
07. Herhalen van het paren
Mocht het apparaat desalniettemin niet werken, dient u de stappen 01. - 05 te herhalen.
Instellingen en functies
baby-unit
01. Aan- / uitschakelen
Zet de baby-unit met de aan / uit-knop (17) aan, door de knop op ON te zetten, afb.11.
De indicatielamp (14) brandt groen en toont, dat de baby-unit nu gereed voor gebruik
is. Om de baby-unit weer uit te schakelen, zet u de aan- / uit-knop (17) weer op OFF.
02. Plaatsen
Plaats de baby-unit altijd buiten het bereik van uw kind. De minimum afstand dient 1 meter te bedragen.
Stel de baby-unit met de voet zo in, dat de camera (13) en microfoon (15) op de baby gericht zijn en een
opname gestuurd kan worden.
03. Automatische activering
Als de microfoon (15) een geluid ontvangt, stuurt de baby-unit direct een videosignaal naar de ouder-unit.
Als het vervolgens weer stil is, wordt het sturen van een videosignaal na enkele seconden automatisch
onderbroken en de baby-unit gaat weer terug in de VOX-modus.
04. Controle van het bereik
Dit apparatenset is voorzien van een systeem dat het bereik controleert. In regelmatige intervallen contro-
leren de baby-unit en de ouder-unit het onderlinge contact. Ook dan, als de baby-unit geen geluiden ont-
vangt. Als het bereik wordt overschreden, wordt een signaal naar de ouder-unit gestuurd. Houd er alstublieft
rekening mee, dat de controle van het bereik in de audio-modus (zie ouder-unit 01 aan- / uitschakelen /
audio-modus) niet werkt.
05. Intercomfunctie
De ouder-unit biedt u de mogelijkheid, troostende woorden naar de baby-unit te sturen.
ouder-unit
01. Aan- / uitschakelen / audio-modus
Zet de ouder-unit met de aan / uit-knop (2) aan, door de knop op ON te zetten, afb.12.
De indicatielamp (5) brandt vervolgens groen en toont, dat de ouder-unit nu gereed
voor gebruik is. Om de ouder-unit weer uit te schakelen, zet u de aan- / uit-knop (2)
weer op OFF, de LED-indicatielamp (5) gaat uit. Om stroom te sparen, beschikt de ouder-
unit over een audio-modus. Hier worden alleen audio-signalen (geluid) van de baby-
naar de ouder-unit gestuurd. Schakel de ouder-unit met behulp van de aan- / uit-knop
(2) in de audio-positie, om naar de audio-modus te gaan en alleen audio-signalen te ontvangen.
9
10
11
12
- 55 -