Gebruik het apparaat niet in de buurt
van brandbare materialen of brandba-
re gassen.
GEVAAR van verwondingen
door verbranden
De sealdraad wordt tijdens het gebruik
erg heet. Raak de hete sealdraad niet
aan.
Laat het apparaat volledig afkoelen,
voordat u het schoonmaakt op opbergt.
GEVAAR door gebrekkige
hygiëne
Om zorgeloos van uw onder vacuüm
gesealde levensmiddelen te kunnen ge-
nieten, dient u beslist de volgende hygi-
ënetips in acht te nemen:
- Let er bij de voorbereiding van de le-
vensmiddelen en tijdens het verpak-
ken op, dat alle apparaten waarmee
wordt gewerkt absoluut schoon zijn.
- Maak het foliesealapparaat en alle
apparaten waarmee wordt gewerkt
na gebruik grondig schoon.
- Bederfelijke levensmiddelen dienen
direct na het sealen gekoeld of inge-
vroren te worden.
- Wanneer bederfelijke levensmiddelen
zijn ontdooid of opgewarmd, moe-
ten ze onmiddellijk worden gegeten.
WAARSCHUWING voor materiële
schade
Houd u aan de vastgelegde werkings-
duur van het apparaat. Na het sealen
of vacumeren moet het apparaat ten
minste 80 seconden afkoelen.
Maak uitsluitend gebruik van speciale
kunststoffolie die geschikt is voor het ge-
bruik van foliesealapparaten.
Plaats het apparaat nooit op hete op-
pervlakken (bijv. fornuisplaten) of in de
buurt van warmtebronnen of open vuur.
Let erop dat bij het afzuigen van de
lucht geen vloeistof wordt aangezogen.
Het apparaat is voorzien van siliconen
antislippootjes. Omdat meubels zijn ge-
42
NL
coat met een grote verscheidenheid van
lakken en kunststoffen en worden be-
handeld met verschillende onderhouds-
middelen, kan niet volledig worden
uitgesloten dat sommige van deze stof-
fen bestanddelen bevatten, die de sili-
conen pootjes aantasten en zacht
maken. Leg indien nodig een antislip-
matje onder het apparaat.
Gebruik geen scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen.
4. Levering
1 foliesealapparaat
1 rol folie
1 handleiding
Vóór het eerste gebruik
•
Verwijder al het verpakkingsmateriaal.
•
Controleer of het apparaat onbescha-
digd is.
5. Stroomvoorziening
Sluit de stekker 6 alleen aan op een op de
juiste wijze geïnstalleerd, gemakkelijk toe-
gankelijk stopcontact, waarvan de span-
ning overeenkomt met de gegevens op het
typeplaatje. Het stopcontact moet ook na
het aansluiten goed toegankelijk blijven.
1. Wikkel net zoveel aansluitsnoer 6 van
de snoeropwikkeling 17 af als u nodig
heeft.
2. Voer het aansluitsnoer 6 door de ope-
ning 7 aan de onderkant van het appa-
raat.
3. Steek de stekker 6 in het stopcontact.