Fietsendrager samenklappen
Het in elkaar klappen van de fietsendrager (1) gebeurt in de
omgekeerde volgorde.
Aanwijzing
Indien u bij het gebruik van de fietsendrager (1) de positie
van de achterlichten (10) heeft aangepast (zie „Verlichting
afstellen" pagina 38), dient u voor het in elkaar klappen van
de fietsendrager (1) de achterlichten (10) in de uitgangspositie
te brengen. Ga hiervoor in de omgekeerde volgorde te werk,
zoals beschreven in het hoofdstuk „Verlichting afstellen".
Fietsendrager op het voertuig monteren/
demonteren
Voorzichtig
De trekhaak moet voor aanbouw van een fietsdrager geschikt
zijn:
•
D-waarde van de kogelkop (zie "Technische gegevens" op
pagina 33)
•
Materiaal van de aanhanger minstens St 52-3
(zie typeplaatje op de trekhaak)
Door niet-inachtneming kan de fietsdrager samen met de
gemonteerde fietsen losraken en daardoor uzelf en andere
personen verwonden of een ongeluk veroorzaken.
De kogelkop moet voor montage worden gereinigd en ontvet.
Voorzichtig
Bij de bevestiging van de fietsendrager aan het voertuig
moeten de achterlichten altijd uitgeklapt zijn.
Het gebruik van de fietsendrager met ingeklapte achterlichten
is niet toegestaan. De verlichtingsinrichting moet voor iedere rit
op correcte positionering en goede werking worden
gecontroleerd.
Voorzichtig
Door de gewijzigde voertuigmaten (breedte, hoogte, diepte)
tijdens gebruik van de fietsdrager kunnen door niet-inachtneming
van deze voertuigmaten uzelf en andere personen worden
verwond en/of beschadigingen ontstaan.
Bij inritten en doorgangen de gewijzigde voertuigmaten in acht
nemen. Voorzichtig tijdens achteruitrijden.
Fietsendrager op het voertuig monteren
20
1. Spanhendel (14) met sleutel (3) ontgrendelen.
2. Hendel (20) indrukken en spanhendel (14) omhoogzwenken.
22
21
3. Drager (21) horizontaal op de kogelkop (22) schuiven en
fiestendrager (1) beveiligen tegen kantelen.
14
3
20
4. Fietsendrager (1) parallel t.o.v. de bumper uitlijnen en
de spanhendel (14) omlaagzwenken, zodat de
hendel (20) vastklikt.
5. Spanhendel (14) met de sleutel (3) vergrendelen.
Sleutel (3) uitnemen.
- 35 -
3
14
1
21
22
1
M+P-25A-0079
M+P-25A-0080
M+P-25A-0081