GEBRUIKSPROCEDURES
Inschakelen van de controller
Om de controller in te schakelen, de voedingskabel in
de netcontactdoos inbrengen.
Starten van de pomp
Voor het starten van de pomp de START knop op het
frontpaneel bedienen.
Achterpaneel van de controllers 969-9436 en 969-9536
1. Connector voor ingang logische signalen (de te koppelen
connector wordt met de speciale sluitklem geleverd).
2. Connector voor uitgang logische signalen en controle
pompstroom.
3. Connector
voor
stroomuitgang
koelventilator van de pomp).
4. Pompkabel.
5. Ingangsmodule van de voeding voor de controller. Omvat
zekering, spanningswisseling, krachtcontact-stop en EMC
filter.
6. Stopcontact voor stroomuitgang (120 Vac) voor voeding
van optionele voorzieningen (vent device, relais voor
activeren primaire pomp, enz.).
7. Ruimte bestemd voor de connector van de seriële
communicatiepoort RS 232 (geleverd als optie).
Stoppen van de pomp
Voor het stoppen van de pomp de STOP knop op het
frontpaneel bedienen.
ONDERHOUD
De controllers van de serie Turbo-V 150 zijn
onderhoudsvrij. Eventuele werkzaamheden moeten
door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
23
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
(24
Vdc
voor
87-900-907-01 (B)
de