BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
WAARSCHUWING:
gereedschap is uitgeschakeld en dat de accu is
verwijderd voordat u de functies van het gereed-
schap aanpast of controleert. Als het gereedschap
niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het
gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per onge-
luk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
[Fig.5: 1. Rood deel
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
OPMERKING: Het gereedschap werkt niet als
slechts één accu is aangebracht.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem kan automatisch
de stroomtoevoer naar de motor afsluiten om de levens-
duur van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevindt: Onder bepaalde
omstandigheden gaan de indicatorlampjes branden.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap wordt gebruikt op een
manier die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt,
stopt het gereedschap automatisch zonder dat een
Zorg ervoor dat het
2. Knop
3. Accu]
indicatorlampje gaat branden. Schakel in dat geval het
gereedschap uit en stop het gebruik dat ertoe leidde dat
het gereedschap overbelast raakte. Schakel daarna het
gereedschap weer in om verder te gaan.
Oververhittingsbeveiliging
Aan
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch en knippert het accu-indi-
catorlampje gedurende ongeveer 60 seconden. In die
situatie laat u het gereedschap eerst afkoelen voordat u
het gereedschap opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap auto-
matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan-
neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de
accu's vanaf het gereedschap en laadt u de accu's op.
De resterende acculading
controleren
[Fig.6: 1. Accu-indicatorlampje
Druk op de testknop om de resterende acculadingen
te zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu de
resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
Uit
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu´s waarvan het modelnummer eindigt
op "B".
[Fig.7: 1. Indicatorlampjes
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Knippert
2. Testknop]
Resterende
acculading
Knippert
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Laad de accu
op.
2. Testknop]
NEDERLANDS
75