Steek de stekker alleen in het stopcontact als de
bladen goed vastzitten en de schakelaar in de
stand OFF (UIT) staat.
VOORZICHTIG: De
inlaatopeningen voor
koellucht mogen niet
worden geblokkeerd
en voorkom dat stof of
rommel in de achterkant
van de motor komt,
want dit kan leiden
tot oververhitting
van de motor. Bij
werkzaamheden in
stoffige omstandigheden
wordt aangeraden de
openingen regelmatig te
reinigen m.b.v.
perslucht.
(Zie fig. 7)
Houd het apparaat vast bij het bovenste handvat en
de motorbehuizing. (Fig. 5 en 6)
Houd het apparaat stevig vast als u wilt gaan zagen
en gebruik het centrale deel van de snijkant van het
zaagblad voor het te zagen object. Vergeet daarbij
niet dat u in de richting van de achterkant van de
zaagbladen moet zagen.
Maak een langzame "zagende" beweging met
het apparaat en het zaagblad, aangezien dit de
zaagdiepte bevordert, de opgebouwde hoeveelheid
warmte doet afnemen en gelijkmatige slijtage op de
zaagbladen veroorzaakt. (Zie fig. 8 en 9)
Fig.8
N
E
Zaagrichting
D
NEDERLANDS 9
Fig.7
Fig.9
VOORZICHTIG: Zorg dat de voor- of achterkant
van de zaagbladen niet op harde oppervlakken
hamert (zoals in fig. 10, 11 en 13), omdat dit de
zaagbladen en het apparaat beschadigt. Als er
toch onopzettelijk hamerende bewegingen worden
gemaakt, stop dan het apparaat of haal de zaag
direct uit de zaagsnede.
Voorkom hamerende bewegingen tegen het
uiteinde van de zaagsnede bij het gebruik van alle
zaagbladen door een rustige heen-en-weer gaande
beweging te maken. Voor het beste resultaat moet
u proberen te zorgen dat de zaagtanden het enige
deel van het zaagblad zijn dat in contact komt met
het te zagen materiaal.
VOORZICHTIG: Zet het apparaat voorzichtig neer
om beschadiging van wolfraamcarbide zaagtanden
te voorkomen.
Fig.10
"Hameren!"
Zaagrichting