NUTTIGE INFORMATIE OVER VET
1. Wij adviseren om voor het frituren gebruik te maken van hittebestendige, vloeibare olie. Wanneer
de olie of het vet na het frituren bruinachtig wordt, is het niet hittebestendig. Gebruik dan een
andere soort. Meng nooit verschillende olie- en vetsoorten met elkaar, omdat het kookpunt van
de vetten zeer verschillend is.
2. Meng nooit oud en nieuw vet met elkaar.
3. Bij gebruik van olie, dit tot aan de vereiste hoogte opvullen (tussen de markeringen MIN en
MAX).
4. Bij het gebruik van vast frituurvet dit in kleine blokjes snijden. Vul voldoende vetblokjes in tot
aan de markering MAX, stel het apparaat in op ca. 140 °C. Wanneer het vet gesmolten is, zoveel
vetblokjes toevoegen totdat het vetpeil tussen MIN en MAX ligt. Na het afkoelen van het appa-
raat wordt dit vet vast.
5. Vet nooit oververhitten, omdat anders het oppervlak van het te frituren product een korst krijgt
en van binnen niet gaar wordt.
6. Het te frituren product moet in het vet zwemmen, daarom nooit te veel producten op een keer
invullen. Is de hoeveelheid te groot koelt het vet te sterk af en het te frituren product zuigt zich
vol met vet.
7. Vervang gebruikt frituurvet regelmatig. Gebruikt frituurvet beïnvloedt nadelig de goede smaak
van het te frituren product. Verwijder gebruikte olie of gebruikt vet milieuvriendelijk volgens de
plaatselijke voorschriften voor het afvoeren van afval.
8. Laat het frituurvet, voor zover u het opnieuw wilt gebruiken, eerst iets afkoelen en giet het vet
dan, voordat dit weer hard wordt, door een met keuken- of filterpapier bedekte zeef in een andere
bak. U kunt het vet dan in een gesloten bak in de koelkast bewaren. Niet gefilterd vet bederft
snel.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
1. Deksel, mand, handgreep en ander toebehoren er uitnemen en alle verpakkingsmaterialen verwij-
deren. Houd verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen - gevaar voor verstikking!
2. Neem het actieve-koolfilter uit het deksel.
3. Deksel, binnenreservoir, mand en handgreep in een warm zeepsopje reinigen en grondig afdro-
gen.
4. Filter weer inzetten en deksel in het apparaat inzetten.
5. Behuizing op een vlakke, stabiele en hittebestendige ondergrond plaatsen.
6. Het binnenreservoir aanbrengen totdat dit op de kant van de behuizing ligt.
52
Copyright UNOLD AG | www.unold.de