LET OP
• Zorg dat er rondom het apparaat 30 cm ruimte is. (Afb. F)
• Verwijder het afvoerwater voordat u het apparaat verplaatst.
• Voorkom roestvorming en gebruik het apparaat NIET in een
vochtige, ziltige omgeving.
• Gebruik het apparaat NIET in direct zonlicht.
• Gebruik het apparaat NIET voor specifieke doeleinden zoals
het conserveren van levensmiddelen, planten, precisieappara-
tuur, kunst en medicijnen.
• Plaats dieren, planten, verbrandingsapparatuur NIET in de di-
recte luchtstroom van het apparaat.
• Beweeg de objecten NIET over het apparaat en plaats de ob-
jecten NIET op het apparaat.
• Leg het apparaat NIET op zijn kant en houd het NIET onder-
steboven.
• Verwijder het rubberen afsluitstuk van de waterafvoer ALLEEN
als u de doorlopende afvoer gebruikt. Zo voorkomt u lekka-
ges.
• Defecte elektrische apparaten en batterijen horen
niet bij het huisafval.
• Zorg voor een goede recycling waar mogelijk.
Vraag eventueel uw gemeente of uw lokale han-
delaar voor een deskundig recycling advies.
3. GEBRUIK
HANDELINGEN:
1.
DE STEKKER (A6) AANSLUITEN OP HET STOPCONTACT.
Zorg ervoor dat de watertank (B3) correct is geplaatst en sluit
het apparaat aan op het stopcontact.
Het indicatielampje (C10) dat aangeeft dat de tank vol is, gaat
branden als de tank niet correct is aangesloten. Plaats de tank
opnieuw en sluit correct aan, als het indicatielampje de eerste
keer gaat branden.
2.
DE AAN/UIT-KNOP (C1) INSCHAKELEN.
3.
DE INSTELKNOP VAN DE ONTVOCHTIGER (C4) IN-
SCHAKELEN.
Druk op de knop Instelknop ontvochtiger (C4) om de gewenste
vochtigheidsgraad in te stellen: 40% ➞ 50% ➞ 60% ➞ Cont..
Cont. staat voor voortdurende ontvochtiging, zonder instelling
of controle van de vochtigheid.
Als de vochtigheidsgraad is afgenomen tot de ingestelde
vochtigheidsgraad, dan stopt het apparaat automatisch.
Bijvoorbeeld in ontvochtigingsmodus:
Stel de vochtigheidsgraad in op 50% --- de verwachte omge-
vingsvochtigheidsgraad is 50%. Als het apparaat detecteert
dat de huidige omgevingsvochtigheidsgraad hoger ligt dan of
gelijk is aan 52%RV, dan start het apparaat. Als het apparaat
detecteert dat de huidige omgevingsvochtigheidsgraad lager
is dan of gelijk is aan 48%RV, dan stopt het apparaat met ont-
vochtigen.
4.
TIMER
Druk op Timertoets (C2) om de bedrijfsuren van het apparaat
in te stellen: 2u ➞ 4u ➞ 6u ➞ Geen timer.
5.
DRUK OP DE Aan/uit-toets (C1) OM HET APPARAAT IN TE
SCHAKELEN:
4. DE WATERTANK LEGEN (Afb. D)
Het indicatielampje zal gaan branden als de tank vol is. (C10). De
compressor stopt automatisch, waarmee ook het ontvochtigings-
proces wordt stopgezet.
• Leeg de watertank en zet het terug in de juiste positie (D2,
D3). De ontvochtiger gaat verder met ontvochtigen als de
compressor na drie minuten automatisch start.
5. DOORLOPENDE WATERAFVOER (Afb. E)
Indien gewenst is het mogelijk om een afvoerslang (E1) aan te slui-
ten op het apparaat voor voortdurende waterafvoer. Sluit de af-
voerslang aan op de afvoeropening en zorg ervoor dat het uiteinde
van de slang lager is dan de afvoeropening. Als dit niet het geval
is, wordt het water niet afgevoerd, waardoor wateroverlast kan ont-
staan. (E2, E3, E4)
6. ONTDOOIEN
Als de machine in een omgeving met lage temperaturen staat tij-
dens het gebruik, kan het voorkomen dat het oppervlak van de
ontvochtiger bevriest. Om te zorgen dat het apparaat normaal
functioneert, is deze uitgerust met een automatische ontdooifunc-
tie.
7. ONDERHOUD & REINIGING
Plaats het apparaat niet in direct zonlicht, omdat de behuizing van
plastic is.
Verwijder de watertank voorzichtig, als u het apparaat gedurende
lange tijd niet gebruikt. Schakel het apparaat uit en trek de stekker
uit het stopcontact. Leeg de watertank en verpak deze na twee da-
gen. Bewaar het apparaat en de verpakte watertank in een droge
en geventileerde ruimte.
Gebruik alleen een zachte doek om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen benzine, verfverdunner of andere chemicaliën om het
apparaat te reinigen.
De filterzeef reinigen. Verwijder de filter in de richting van de pijl
(G1). Gebruik een stofzuiger of water om de filter schoon te maken.
(G2). Zet deze vervolgens op een geventileerde plek en tot deze
droog is.
WAARSCHUWING
• Raak de ontvochtiger NIET aan. Dit kan letsel of schade ver-
oorzaken.
WAARSCHUWING
• GEBRUIK GEEN water dat heter is dan 40°C. Het plastic kan
hierdoor gaan vervormen.
• Koppel de stroomvoorziening los voorafgaand aan reiniging-
sen onderhoudswerkzaamheden.
DE BUITENKANT SCHOONMAKEN
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte
vochtige doek.
8. VERVOER
Probeer het apparaat bij voorkeur in verticale positie te vervoeren.
Als het apparaat meer dan een half uur in een horizontale positie is
geweest dan DIENT HET APPARAAT 24 UUR VERTICAAL TE
HEBBEN GESTAAN VOOR INGEBRUIKNEMING. Het niet correct
opvolgen van deze instructies kan schade aan de compressor tot
gevolg hebben. Zorg ervoor dat de afvoertank leeg is voordat u het
apparaat gaat verplaatsen/vervoeren.
14
NEDERLAND