2. Instructies voor het gebruik
• Vóór ieder gebruik dient u uw handen zorgvuldig te wassen en de neusdouche
en bijbehorende accessoires te reinigingen zoals beschreven wordt in de
paragraaf 3. Reiniging, ontsmetting, desinfectie en sterilisatie.
• Tijdens het gebruik raden we u aan om goed op te letten aangezien de
oplossing uit de neus kan druppelen.
2.1 - Laad de batterijen voor het eerste gebruik op, zoals ook in de vorige paragraaf
beschreven staat.
2.2 - Voor een correct gebruik van de neusdouche moet het symbool,
persoon voorstelt, (4c) op de ampul (4) altijd naar de patiënt gericht zijn.
De ampul kan met dit symbool in dezelfde stand tevens aan de zijde met
de afgifteknop (5a) worden geplaatst. Op deze manier is het mogelijk de
neusdouche met de duim te bedienen. Als u het symbool aan de andere kant
plaatst kunt u de neusdouche met uw wijsvinger bedienen.
Voor een van deze standen moet het symbool, op het moment dat u rechtsom
de ampul (4) op de compressor van de douche (5) (AFB. B) draait, zich tegenover
de stand bevinden die u wenst te produceren (AFB. C).
2.3 - Giet de oplossing (max. 15 ml) in de vernevelkamer (4a) van het lichaam met
de ampul zoals in de afbeelding D staat aangegeven. Controleer tevens dat de
vernevelaar (3) aanwezig is.
2.4 - Breng de scheider (2) aan door het punt (2a) aan de buitenkant van de ampul (4)
te plaatsen op het symbool (mannetje), zoals in de afbeelding E aangegeven
staat. Breng vervolgens de neusadapter aan die het beste bij de afmeting van
uw neusgaten past (1a/1b/1c).
2.5 - Steek de opening van het neusstuk in een neusgat (AFB. F).
2.6 - Schakel de neusdouche in door de afgifteknop (5a) tijdens het inademen
ingedrukt te houden en laat hem vervolgens los voordat u uitademt. Blaas
tijdens deze fase voorzichtig door het neusgat dat u zojuist behandeld heeft
om de afstoting van het slijm te bevorderen, en houd het andere neusgat dicht.
2.7 - Ook tijdens de behandeling is het raadzaam om met een vinger het neusgat
zonder douche gesloten te houden.
2.8 - Herhaal de handelingen van punt 2.5 tot 2.7 ook voor het andere neusgat, en
probeer de oplossing gelijkmatig over de twee neusgaten te verdelen.
2.9 - Bij de behandeling van kinderen, of van niet zelfredzame personen of personen
die hoe dan ook niet in staat zijn om de verschillende fasen van punt 2.6 te
coördineren, wordt het aangeraden de behandeling uit te voeren door om
ongeveer iedere 15 seconden van neusgat te wisselen, met de benodigde pauze
voor de afstoting van het slijm.
2.10 - In het geval van geneesmiddelen voor een aërosolbehandeling is het
raadzaam eerst het apparaat te reinigen met een zoutoplossing om een
betere verspreiding van het geneesmiddel over de slijmvliezen van de neus te
verkrijgen.
2.11 - Na de behandeling schakelt u het apparaat uit en reinigt en/of ontsmet u het
volgens de instructies die in de paragraaf 3 staan. Reiniging, ontsmetting,
desinfectie en sterilisatie. De gemiddelde levensduur van het toestel bedraagt
ongeveer 1000 toepassingen.
De gemiddelde levensduur van het toestel bedraagt ongeveer 1000
toepassingen.
dat een
27
AFB. B
(4)
(5)
(4c)
AFB. C
(5a)
AFB. D
(4b)
(4a)
(3)
AFB. E
(2)
(2a)
(4c)
AFB. F
(4)