Beoordeel de omvang van de arbeidszone en indien geschikt, hang de balancer aan een wagen voor het correcte gebruik in een omvangrijke zone, geschikt
voor de uit te voeren werking.
Gebruik zelfblokkerende moeren, splitpennen of andere veiligheidssystemen, indien bevestigingssystemen met schroef voor de installatie gebruikt werden.
Verbind steeds de veiligheidsophanging S uitsluitend d.m.v. de meegeleverde toebehoren (Afb.1) aan een geschikt afgemeten steunstuk. De
veiligheidssteun MAG NIET DEZELFDE ZIJN, die gebruikt werd voor de hoofdophanging 33 (Afb.1). De maximale val bij breuk van de hoofdophanging mag
niet groter dan 100 mm zijn. Draai de bouten van de klemmen 20331 (Afb.1) met een aanspanmoment van 4 Nm aan.
De lading moet verticaal aangebracht worden, om afwijkende slijtage te vermijden en de kabel moet vrij zijn om zich in laadrichting uit te lijnen.
Gebruik van de balancer
LET OP: Overschrijd gedurende het gebruik van de balancer niet de verplaatsingssnelheid van de hangende lading van 0,8 m/s
LET OP: Het toelaatbare interval voor de omgevingstemperatuur bedraagt tussen -20°C to t +40°C.
Grijp het aan de balancer hangende gereedschap en voer de verlangde bewerkingen uit; begeleid vervolgens het gereedschap in een evenwichtspositie op
de verticaal van de balancer en laat hem los.
De te balanceren lading moet aan veerhaak 29 (Afb.4) hangen. Controleer de sluiting van de veerhaak na het aanbrengen van de lading.
LET OP: het hangende gereedschap moet steeds aan hetzelfde elektrische potentiaal van de balancer zijn.
De kabel mag nooit volledig worden afgewikkeld: de werkloop moet minstens 100 mm voor de onderste limiet van de loop eindigen (de balancers
9354AX÷9359AX zijn voorzien van een automatisch stilstandsysteem bij de eindschakelaar).
Verplaats en blokkeer klem M (Afb.4) indien noodzakelijk, om de loop in de hoogte te beperken.
Haal niet de last van de haak zolang de kabelstopper (fig 4) niet geheel tegen het huis van de balancer is aangetrokken!
Draag gedurende het gebruik van de balancer steeds veiligheidsbeveiligingen en houd u aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Vermijd absoluut:
- Het verlaten van de lading in niet-verticale positie
- De hangende lading naar een andere operator te werpen
- De lading door het trekken aan de kabel van de balancer te verplaatsen
- Ladingen te hangen die zich niet tussen de bovenste en onderste beperkingen van het toegestane vermogen bevinden.
- Meerdere gereedschappen aan de balancer te hangen.
Het enige risico verbonden aan het gebruik van de balancer bestaat uit een eventueel ongecontroleerd opnieuw opwinden van de kabel. Houdt u
aan de volgende bepalingen om deze uiterst gevaarlijke gebeurtenis te vermijden:
- ondersteun, in geval van twijfel over de correcte werking van de balancer en ALVORENS een controle uit te voeren, het hangende gereedschap zodat het
niet kan vallen en ONTLAAD DE VEER VOLLEDIG;
- indien uit welke reden dan ook, de kabel door de balancer niet terug wordt opgerold, MAG MEN NIET INGRIJPEN en moet men onmiddellijk de hulp van
de klantendienst inroepen.
- haak nooit de lading los, indien de kabel niet volledig om de trommel gewikkeld is.
- bij aanwezigheid van de balancer met afgewikkelde kabel en zonder lading, MAG MEN NIET INGRIJPEN en moet men onmiddellijk de hulp van de
klantendienst inroepen.
Instelling van de balancer
Draai schroef 9 (Afb.4) met de geschikte sleutel in de richting, aangegeven met het teken "+", zodat de balancer zwaardere ladingen kan balanceren. Draai
voor lichtere ladingen schroef 9 (Afb.4) met de geschikte sleutel in de richting, aangegeven met het teken "-".
Controleer na instelling van de lading, dat de kabel vrij over zijn ganse lengte kan doorlopen: de verplaatsing mag niet door de volledige omwikkeling van de
veer worden beperkt. Controleer herhaaldelijk de loop aan verschillende snelheden.
NOTA: een capaciteitsvermindering van de balancer m.b.t. het ondersteunen van de hangende lading kan het breken van de trommelveer
veroorzaken. WIJZIG NIET DE INSTELLING VAN DE BALANCER OM DE LADING TOCH TE STEUNEN, MAAR ROEP ONMIDDELLIJK DE HULP VAN
GESCHOOLD EN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL IN.
Veiligheidstoestellen
Kapot gaan van de trommelveer
De balancer is uitgerust met een veiligheidsvoorziening die bij breken van de trommelveer in werking treedt en de werking blokkeert zodat het vallen van de
hangende lading voorkomen wordt.
Mocht het onmogelijk blijken, het hangende gereedschap te laten dalen of te laten stijgen met een gewone inspanning, grijp dan NIET in en neem contact
op met de assistentiedienst.
NOTA: de balancer blokkeert zich ook indien de trommelveer volledig ontladen is: de kop van de laadschroef 9 (Afb.4) treedt in dit
geval met ongeveer 4 mm uit de kap; laad de veer zoals beschreven in de paragraaf "Instelling van de balancer"; grijp NIET in en
neem contact op met de assistentiedienst indien de balancer zich niet deblokkeert.
Handbediende blokkering