Beschrijving
Generatoren produceren, vooral bij lastwisseling en bij het
uitschakelen onder last, aan hun uitgang kortstondige span-
ningspieken (overspanningen). Maar ook bij de stroomtoevoer
uit het net zijn spanningspieken niet uit te sluiten. Door deze
spanningspieken kunnen nageschakelde apparaten en/of elek-
tronische modules beschadigd raken.
De netbeveiliging wordt tussen het CEE-voedingsstopcontact
en de 230 V ingangszekering (bijv. Truma AC-P 10 A / 30 mA)
geschakeld. De ingangsspanning wordt met een uitschakel-
drempel (270 V) vergeleken. Als de netbeveiliging een span-
ning registreert die de uitschakeldrempel overschrijdt, schakelt
de netbeveiliging de uitgang alpolig (d.w.z. fase en nulleiding)
binnen milliseconden uit.
Als de netbeveiliging een spanningspiek geregistreerd en uit-
geschakeld heeft, blijft de uitgang naar de ingangsbeveiliging
gedurende ca. 6 seconden uitgeschakeld. Na afloop van deze
periode geeft de netbeveiliging de uitgang weer vrij. Als de
netbeveiliging tijdens de uitschakelperiode nog een spanning-
spiek registreert, blijft de uitgang uitgeschakeld en de uitscha-
kelperiode begint opnieuw.
Aansluitingen en bedieningselementen
1
2
3
4
Uitgang 230 V verbruikers (1)
De 230 V uitgang dient voor de toevoer van de 230 V verbrui-
kers. Hiervoor kan een 230 V verdeeldoos noodzakelijk zijn.
Ingang 230 V (2)
De 230 V ingang wordt op de 230 V ingangszekering aange-
sloten. Van hier gebeurt de stroomtoevoer door het net of een
generator.
Testtaster (3)
De testtaster (rood) simuleert een spanningspiek aan de net-
beveiliging. Zo kan de correcte werking van de netbeveiliging
gecontroleerd worden. Voor de functietest wordt de taster
kort bediend. De netbeveiliging schakelt daarna de 230 V uit-
gang kortstondig uit en de functiecontrolelamp dooft. Als de
functiecontrolelamp weer oplicht, heeft de netbeveiliging de
uitgang weer vrijgegeven.
Functiecontrolelamp (4)
De functiecontrolelamp (groen) toont, of de 230 V uitgang
spanningvoerend is. Ze licht op, als de 230 V uitgang vrijgege-
ven is. De lamp dooft, als de netbeveiliging de 230 V uitgang
uitgeschakeld heeft of de testtaster bediend werd.
1 = Uitgang 230 V verbruikers
2 = Ingang 230 V
3 = Testtaster
4 = Functiecontrolelampje
23