Optimale afstelling en instelling van de zonnepanelen
Een correcte plaatsing van het schrikdraadapparaat en van het zonnepaneel
is doorslaggevend voor het optimale bedrijf van het apparaat.
1. Positioneer het schrikdraadapparaat zo dat het paneel naar het zui-
den is gericht.
Met deze positionering kan het paneel zelfs tijdens sombere winterdagen
een maximale hoeveelheid zonlicht opnemen. Houd bij de plaatsing van het
apparaat rekening met de stand van de zon overdag en stel het apparaat
niet op een plaats op waar het eventueel door schaduw van bomen, struiken
of hoog gras kan worden afgeschermd.
2. Bereken de correcte hellingshoek van het zonnepaneel.
De stand van de zon boven de horizont verandert tijdens de seizoenen.
Doorgaans wordt een hoek van 50 graden voor langdurig gebruik in de
meeste regio's van Europa als optimaal aanbevolen. Toch kan het vermogen
van het zonnepaneel voor het opladen van de accu door aanpassingen van
de hellingshoek afhankelijk van het seizoen worden geoptimaliseerd (zie
afbeelding hieronder). Hoe steiler de hellingshoek, hoe groter het reinigings-
effect bij regen of sneeuw.
Recommended setting angle of the panel
South Europe / North Africa (South CH & A)
50°
43°
Winter
Spring
Summer
Nov. - Feb.
Mar. & Apr.
May & Aug.
Fall
Sept. & Oct.
Tijdens de wintermaanden (behalve in Zuid-Europa) kunnen de zonne-uren
mogelijk niet volstaan om de accu volledig op te laden.
3. Verwijder regelmatig afzettingen en vuil van het zonnepaneel.
Dit omvat het verwijderen van maaisel, stof (met name bij grindwegen),
bladeren en sneeuw omdat het vermogen om de accu op te laden hierdoor
kan afnemen.
Controleer de accuweergave bij werking op zonne-energie alleen aan het
begin van de dag (zonder zonlicht).
WARSCHUWING:
Laat het uitgeschakelde schrikdraadapparaat niet gedurende een
26
Empfohlener Anstellwinkel des Panels
Nord- & Mitteleuropa (einschließlich A & CH)
60°
50°
Winter
Frühjahr
Sommer
Nov. - Feb.
Mär. & Apr.
Mai & Aug.
Herbst
Sep. & Okt.
lange periode met een accu en een zonnepaneel in de zon staan.
Waarom?
Dit zou de accu kunnen beschadigen.
4. Beschrijving van de bediening
Als u het apparaat de eerste keer inschakelt, staat het in de stand "Normaal". Als u het apparaat uitschakelt of de accu
vervangt, start het apparaat in de laatst ingestelde stand opnieuw op.
Werking met zonnepanelen:
een zonnepaneel produceert stroom van zodra het aan bruikbaar zonnelicht wordt blootgesteld. Het schrikdraadapparaat
heeft continu stroom nodig - zowel overdag als 's nachts. Zo wordt de door het paneel gegenereerde stroom in een herlaad-
bare 12V-accu opgeslagen en kan het apparaat zonder zonlicht werken of rechtstreeks via een
9V-batterij worden gevoed. Mogelijk beschikt het zonnepaneel niet altijd over voldoende vermogen
om een accu weer volledig op te laden – vooral tijdens de donkere, grijze en mistige maanden (bijv. oktober tot
februari).
Bij temperaturen van 0 °C of lager wordt aanbevolen om een grote 9V-alkalinebatterij te gebruiken in plaats van
een 12V-accu.
Het apparaat verbruikt prioritair uit het zonnepaneel. Als het zonnepaneel niet voldoende vermogen heeft, schakelt
het apparaat automatisch om naar de aangesloten 9V-batterij of de 12V-accu.
Accu:
De accuweergave (LED 2) geeft informatie over accu- of batterijspanning. Als de laadspanning van het zonnepaneel groter is
dan de spanning van de accu / batterij, dan brandt in de weergave van het paneel een continu groen licht: het zonnepaneel
laadt de 12 V accu op, maar niet de 9 Volt batterij.
Spanning afrastering:
de 6 leds (LED4 - LED9) geven de uitgangsspanning van de afrastering in stappen van 1.000V weer. De weergave bouwt
vanaf links op.
Voor een goede bewaking moeten ten minste 3 leds (3.000V) gaan branden, anders is de spanning te laag.
Mogelijke oorzaken:
● Met afrastering: overwoekering van de afrastering, slechte isolatoren, kortsluiting via metalen palen of afrastering te lang.
● Zonder afrastering: Het apparaat is defect, zie service
Energiebesparende functie:
een ingebouwde stroomspaarschakeling past het stroomverbruik automatisch aan de toestand van de afrastering aan.
Dit betekent minder stroomverbruik bij goed geïsoleerde afrasteringen en een hoger stroomverbruik bij slecht geïsoleerde
afrasteringen (geleiding door begroeiing etc.).
Argutectorweergave:
de 6 leds (fig. 5 LED 4 tot 9) geven de afrasteringsisolatie via de argutectorweergave aan in 6 stappen. De niveauweergave
bouwt vanaf rechts op. Als alle 6 leds branden, is de afrasteringsisolatie goed en voor het in stand houden van de bewaking
is weinig energie nodig. Hoe lager het aantal leds dat brandt, des te slechter de afrasteringsisolatie door geleiding (begroei-
ing, takken die op het afrastering zijn gevallen, kortsluiting, slechte aarding). Er is meer energie nodig om een efficiënte
bewaking van de afrastering te garanderen.
Met de drukknop 1 kunnen verschillende standen worden ingesteld. Door kort op de knop te drukken, wordt de momenteel
ingestelde stand weergegeven. Door telkens weer op de knop te drukken, selecteert u na elkaar de verschillende standen.
De laatst geselecteerde stand blijft ingesteld als u het menu verlaat. Na 5 seconden geeft het apparaat opnieuw de afraste-
ringsspannings- en Argutectorwaarden aan.
ranger AN2000, ranger AN3000, ranger AN4800
27