Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer
meegaan.
Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
Installeer het toestel weg van extreme temperaturen, vochtigheid en stof. Zorg voor een minimumafstand
van 0.5 m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
Gebruik het toestel niet bij een omgevingstemperatuur > 45°C.
Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit
toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik van het toestel.
Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
Om veiligheidsredenen mag u geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot kortsluitingen,
brandwonden, elektrische schokken, enz. De garantie vervalt automatisch bij ongeoorloofd gebruik.
4.
Installatie
Een lamp installeren of vervangen
Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
Laat de lampen min. 10 minuten afkoelen voor u ze vervangt.
Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type.
Installeer nooit lampen met een hogere wattage omdat ze hogere temperaturen genereren dan die
waarvoor het toestel geschikt is.
Gebruik R80 230V/60W lampen met een E27 fitting. Maak een keuze uit de volgende kleuren: LAMP60B
(blue), LAMP60G (green), LAMP60O (orange), LAMP60R (red), LAMP60V (violet), LAMP60Y (yellow)
Procedure
1. Draai de lamp los (tegenwijzerzin).
2. Verwijder de oude lamp, breng de nieuwe in en draai hem vast (wijzerzin).
3. Sluit de behuizing.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking als de lamphouders geopend zijn.
Het toestel monteren
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
Laat het toestel aansluiten door een geschoolde elektricien.
5.
Gebruik
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet.
Lichteffecten worden bij voorkeur niet aangesloten op een dimmerpack.
Plaats de voedingsschakelaar in de ON-stand.
Regel de muziekgevoeligheid met de knop SOUND en de snelheid in met knop SPEED (4). Via de
ingebouwde microfoon produceert het toestel nu kleurrijke lichtflitsen op het ritme van de muziek.
Via de ingebouwde microfoon produceert het toestel nu kleurrijke lichtflitsen op het ritme van de muziek.
6.
Reiniging en onderhoud
Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bv. het plafond of het gebinte) mogen
niet vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels boren, aansluitingen niet
verplaatsen, enz.).
Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig
bewegen.
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde
technicus.
Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solventen.
De gebruiker mag geen onderdelen vervangen, behalve de lamp en de zekering
Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw plaatselijke verdeler.
V. 03 – 06/05/2013
VDL360RL2
6
©Velleman nv