4
Installatie
4.6 Elektrische aansluiting
Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie moeten door een monteur
met de juiste kwalificaties worden uitgevoerd. Als u zich daar niet aan houdt,
kan dat leiden tot elektrocutie, brand en een ongeluk met dodelijke afloop. Ook
zal hierdoor de productgarantie komen te vervallen. Alle bedrading moet worden
aangelegd volgens de nationale voorschriften voor bedrading.
Onderbreker afkorting
Betekent
ECB1
Earth Leakage Circuit Breaker
(Verliesstroomschakelaar) voor Boosterverwarming
ECB2
Earth Leakage Circuit Breaker
(Verliesstroomschakelaar) voor Dompelweerstand
TB1
Aansluitklemmen 1
ECB1 ECB2
A
F
B
E
D
C
TB1
<1 fase (met dompelweerstand)>
Optie 1: Cilinder gevoed via buitenunit
<1 fase>
*1 Als de geïnstalleerde verliesstroomschakelaar niet een functie voor overstroombeveiliging heeft, installeer dan een onderbreker met die functie
langs dezelfde voedingsleiding.
*2 Bevestig label A die in de handleidingen is opgenomen, bij ieder van de bedradingsschema's voor cilinder en buitenunits.
Beschrijving
Boosterverwarming (Primair
circuit)
Dompelweerstand (SWW-tank)
Cilinder - Buitenunit
Cilinder - Buitenunit aarde
Cilinder - Buitenunit S1 - S2
Cilinder - Buitenunit S2 - S3
*1. Er moet een onderbreker met in iedere pool ten minste 3,0 mm contactscheiding worden geleverd. Gebruik een aardlekschakelaar (NV).
De onderbreker moet worden geleverd zodat ontkoppeling van alle actieve fasegeleiders van de voeding gewaarborgd is.
*2. Max. 45 m
Als 2,5 mm² wordt gebruikt, Max. 50 m
Als 2,5 mm² wordt gebruikt S3 gescheiden, Max. 80 m
*3. De waarden die in bovenstaande tabel worden gegeven, zijn niet altijd gemeten aan de grondwaarde.
Opmerking: 1. Formaat van de bedrading moet voldoen aan de geldende lokale en nationale voorschriften.
2. Aansluitsnoeren van de binnenunit/buitenunit mogen niet lichter zijn dan het met polychloropeen afgeschermde flexibele snoer.
(Ontwerp 60245 IEC 57)
Voedingsnoeren van de binnenunit mogen niet lichter zijn dan het met polychloropeen afgeschermde flexibele snoer. (Ontwerp 60227 IEC 53)
3. Installeer een aardedraad die langer is dan de andere kabels.
4. Houd voldoende uitgangscapaciteit van de voeding over voor elke van de verwarmingstoestellen. Een tekort aan capaciteit van
17
de voeding zou trillingen kunnen veroorzaken.
ECB1 ECB2
A
E
F
D
C
TB1
<3 fasen (met dompelweerstand)>
Elektrische
Voeding
zekering
~/N
of
230V
Aard
50Hz
Schei-
lek-
dings-
circuit
schakelaar
onder-
breker
*1
Elektrische aansluitingen 1 fase
Voeding
~/N 230 V 50 Hz
~/N 230 V 50 Hz
*2
*2
*3
*3
De cilinder kan op twee manieren worden gevoed.
1. De voedingskabel wordt van de buitenunit naar de cilinder geleid.
2. De cilinder heeft een onafhankelijke voeding.
Aansluitingen moeten tot stand worden gebracht aan de polen die worden
aangeduid in de cijfers links onder, afhankelijk van de fase.
Boosterverwarming en dompelweerstand moeten onafhankelijk van elkaar
worden aangesloten op hun eigen voeding.
Ter plaatste aangeschafte bedrading moet door de ingangen worden
gestoken die zich boven op de cilinder bevinden. (Raadpleeg <Tabel 3.6>.)
Bedrading moet worden doorgevoerd langs de rechterzijde van de stuur- en
schakelkast en met de geleverde klemmen worden vastgezet.
De draden moeten afzonderlijk door de kabelopeningen worden gestoken,
zoals hieronder.
Draad uitgaande
Draad signaalingang
B
Bedrading voor draadloze ontvanger (optie)
(PAR-WR51R-E)
tot
Voedingsleiding en binnen-buitendraad
Sluit aan op de buitenunit – aansluitkabel van de cilinder naar TB1.
Sluit de verbindingskabel aan voor de boosterverwarming naar ECB1.
Als er een dompelweerstand is, sluit dan de voedingskabel aan op ECB2.
• Vermijd contact tussen bedrading en onderdelen ( ).
• Controleer dat ECB1 en ECB2 AAN zijn.
• Controleer na voltooiing van de bedrading dat de kabel van de
Hoofdbediening is aangesloten op de relaisconnector.
Buitenunit
L
S1
N
S2
S3
Voeding
Elektrische
~/N
zekering of
230V
Schei-
50Hz
dings-
schakelaar
Voeding
Elektrische
~/N
zekering of
230V
Schei-
50Hz
dings-
schakelaar
<Afbeelding 4.6.1>
Capaciteit
Onder-
breker
2 kW
16 A *1
6 kW
32 A *1
3 kW
16 A *1
3 × 1,5 (polair)
1 × Min. 1,5
230V AC
24V DC
Cilinder
TB1
L
N
Naar Con-
trolepaneel
S1
S2
S3
ECB1
Voor
booster
L
verwarming
N
(Primair circuit)
ECB2
Voor
Dompel
L
weerstand
N
(SWW-tank)
Bedrading
2,5 mm²
6,0 mm²
2,5 mm²