Malse vanille–wafels
Verhoudingen:
300 g margarine of boter – 1 snuifje zout – 325 g griessuiker – 5 eieren – 5 pakjes
vanillesuiker – 1 kop water – 500 g zelfrijzend bakmeel.
Bakvorm: 4x7 of 6x10
Bereiding:
De margarine of de boter laten smelten – een snuifje zout eraan toevoegen – de 325 g
suiker erin verwerken met de 5 eieren die men klopt zoals voor een omelet –
vervolgens de 5 pakjes vanillesuiker en de kop water erbij voegen – alles goed mengen
en daarna de bloem eraan toevoegen tot alles grondig gemengd is. Bakken zonder te
wachten.
Warme wafels
Verhoudingen:
1 /2
1 /2
500 g zelfrijzend meel –
liter melk –
liter water – 250 g boter – 175 g suiker 3
eieren – 1 snuifje zout.
Bakvorm: 6x10
Bereiding:
Suiker en meel in een kom mengen – een kuiltje maken – de geklopte eieren erin
gieten – de meel er met kleine hoeveelheden bij mengen – dan de melk samen met het
water toevoegen waarin het zout opgelost en de boter gesmolten is – goed bewerken
en tenslotte er het opgeklopte eiwit bijvoegen – onmiddellijk bakken in een vorm 6x10
met bloemsuiker bestrooien en warm opdienen.
Brusselse wafels
Verhoudingen:
Voor 8 wafels: 500 g bloem – 200 g zachte boter – 30 g gist, opgelost in lauwe melk +
wat suiker – opgeklopt eiwit van 6 eieren – 3/4 liter lichtjes lauw gemaakte melk –
vooral geen zout.
Bakvorm: 4x6
Bereiding:
De bloem in een kom gieten, een kuiltje maken – de lauwe melk in het kuiltje gieten en
de bloem er, goed kloppend, in verwerken – de eierdooiers er bijvoegen – de zachte
boter of margarine er onder roeren, daarna de gist en tenslotte het opgeklopte eiwit –
het beslag 3/4 uur laten rijzen; het deeg moet vloeibaar zijn als voor pannenkoeken – er
één vorm volledig mee vullen en het ijzer onmiddellijk omkeren na het bakken, de
wafels bestrooien met fijne suiker of, naar believen, versieren met slagroom of jam.
8