Balansen met vier stelvoetjes
1 Draai om te beginnen de twee achterste stelvoetjes helemaal naar
binnen.
2 Stel de twee voorste stelvoetjes af zoals eerder beschreven.
3 Draai de achterste stelvoetjes naar buiten totdat ze op het oppervlak
rusten. Dat zorgt voor extra stabilisatieveiligheid, zodat de balans
niet kan kantelen bij excentrische belastingen.
Voorbeeld
Luchtbel op 12 uur:
Luchtbel op 3 uur:
Luchtbel op 6 uur:
Luchtbel op 9 uur:
4.5.5.1 Balans waterpas zetten met de waterpashulp
Wanneer de balans op de nieuwe locatie wordt ingeschakeld, verschijnt het symbool
waterpas in het statusinformatieveld links op het scherm.
1 Tik op
.
ð Het scherm Meldingen verschijnt.
2 Selecteer Instrument staat niet waterpas.
ð De functie Waterpashulp verschijnt.
De functie Waterpashulp geeft de gebruiker stapsgewijze instructies om de balans waterpas te zetten.
Navigatie:
Snelle instellingen/Voorkeuren >
Instrument staat niet
waterpas
Nadat de instructies zijn opgevolgd, toont de waterpashulp de volgende stappen. Volg de stappen totdat de ba-
lans waterpas staat.
Opmerking
Gebruik de luchtbel in de electronische waterpas altijd als referentie. Als de luchtbel in het midden staat, maar het
symbool
Instrument staat niet waterpas nog steeds op het scherm verschijnt, adviseren we u om het midden
van de waterpas te kalibreren; zie .
Precisie- en analytische balansen
draai beide voetjes rechtsom.
draai linkervoetje rechtsom en rechtervoetje
linksom.
draai beide voetjes linksom.
draai linkervoetje linksom en rechtervoetje
rechtsom.
Waterpashulp
Instrument staat niet
17