Hoofdstuk
5
Zijde
28
5.2.1
Instelling van de serviesgeleiding
De serviesgeleidingen moeten voor het beladen op de diameter van de serviesdelen worden aangepast en
in de daarvoor bestemde arrêteerstanden worden gefixeerd:
Bij te wijd ingestelde serviesgeleidingen kan de serviesstapel door de mogelijke hoge hellingshoek onder de
bovenplaat vast komen te zitten en bij het losmaken kan het bedienpersoneel zich verwonden.
Bij te eng ingestelde serviesgeleidingen kunnen borden verklemmen en door plotseling losraken kunnen
personen zich verwonden.
Te kleine serviesdelen kunnen niet correct worden geleid en mogen niet worden ingezet.
Serviesgeleidingen instellen
Afbeelding 15
De serviesgeleidingen (A) door optillen uit de arrêteerstand losmaken en in de buitenste stand
brengen.
10 tot 12 borden in het midden op de basiskorf plaatsen.
De serviesgeleidingen (A) draaien en in de respectievelijke arrêteerstand van de serviesdiameter
fixeren. Door lichte druk op de serviesstapel controleren, of deze zich in zijn geleiding makkelijk laat
bewegen zonder te schommelen.
Alle drie serviesgeleidingen moeten in dezelfde arrêteerstand worden gefixeerd, om een gelijkmatige
belasting van het stapelplatform te garanderen.
Na beëindiging van het beladen van de apparaten en voor begin van het transport moet de vaste zit
van de geleidingsbeugels nogmaals manueel worden gecontroleerd.
Bevestigingsbout instellen
Afbeelding 16
Bordenstapelaar
TE-2/V19-26, 27-33 | TE-2/VK19-26 | TEH-1/V19-26, 27-33 | TEH-2/V19-26, 27-33 | TEUH-1/VS19-26 | TEUH-2/VS19-26, 27-33 | TEUH-2/VC19-26
EBR/V19-26, 27-33 | EBRH/V19-26, 27-33 | EBRH-2/V19-26
Serviesgeleidingen
Bevestigingsbout
Bediening
Instelling van de bordenstapelaars
4330000_A3