TECHNISCHE GEGEVENS
LASERTHERMOMETER
Laserklasse ........................................................................... 2
Max. vermogen .................................................................... <1 mW
Lasergolfl engte ........................................................... 630-670 nm
IR-meetbereik .................................................... -30 °C tot 400 °C
IR-nauwkeurigheid...................................................................
-30 °C tot -18 °C ............................................................... ±2 °C +0,1/1 °C
-18 °C tot 0 °C ............................................................... ±2,5 °C
0 °C tot 400 °C ............................................................................ ±2 °C of 2 % van de meetwaarde afhankelijk van de waarde die hoger is.
Bij een vooronderstelde omgevingstemperatuur van 23 °C ±2 °C.
Minimale afstand bij een meetproces .................................. 50 mm < 50 °C, 100 mm > 50 °C
Resolutie van de temperatuurweergave ............................. 0,1 °C bij primaire- en secundaire meting
Emissievermogen ............................................................. 0.95
Reactietijd ........................................................................ <500 msec
Spectrale gevoeligheid ................................................ 8 tot 14 μm
Afstand tot het meetpunt ................................................ 10 : 1
Reproduceerbaarheid ±0,8 % resp. ±1 °C (afhankelijk van de waarde die groter is)
Bedrijfstemperatuur ................................................. 0°C to 50 °C
Opslagtemperatuur ................................................ -20°C to 60 °C
Relatieve luchtvochtigheid ...................................... 10 to 85 % RH -> 10 to 45% / 50°
Batterijspanning ..................................................................... 9 V
Batterijduur ....................................................................... > 12 h
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 ................. 290 g
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsinstructies
en aanwijzingen. Als de waarschuwingen en voorschriften
niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand
of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor
toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Niet in de laserstraal kijken en deze ook niet op andere
personen richten.
Niet met optische hulpmiddelen (verrekijker, telescoop) in de
laser kijken.
De laser niet op refl ecterende vlakken richten.
Niet aan de laserstraal blootstellen. De laser kan sterke
straling uitzenden.
Niet gebruiken in gevaarlijke omgevingen. Niet gebruiken bij
regen, sneeuw, op vochtige of natte plaatsen. Niet
gebruiken in explosiegevaarlijke bereiken (rook, stof of
ontvlambare materialen) omdat bij het plaatsen of
verwijderen van de wisselaccu vonken kunnen ontstaan.
Deze kunnen tot brand leiden.
Voor een optimaal bedrijf moeten 9 V batterijen correct in
het apparaat worden geplaatst. Gebruik geen andere
spannings- of stroomverzorging.
Bewaar batterijen altijd buiten het bereik van kinderen!
Plaats geen nieuwe batterijen samen met gebruikte
apparaten in het apparaat. Gebruik geen batterijen van
verschillende fabrikanten (of verschillende types van een
fabrikant) samen.
Plaats geen oplaadbare batterijen samen met niet-
oplaadbare batterijen.
Plaats de batterijen overeenkomstig de symbolen +/-.
Verbruikte batterijen moeten per omgaande volgens de
voorschriften worden afgevoerd.
Onder extreme belasting of extreme temperaturen kan uit
de accu accu-vloeistof lopen. Na contact met accu-vloeistof
direct afwassen met water en zeep. Bij oogcontact direct
minstens 10 minuten grondig spoelen en onmiddelijk een
arts raadplegen.
Dit apparaat mag niet door
personen gereinigd of bediend
worden die over verminderde
26
NEDERLANDS
lichamelijke, sensorische of
geestelijke vermogens resp.
gebrekkige ervaring of kennis
beschikken, tenzij ze door een
wettelijk voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon werden
geïnstrueerd in de veilige omgang
met het apparaat. De hierboven
genoemde personen mogen het
apparaat alleen onder toezicht
gebruiken. Dit apparaat hoort niet
thuis in kinderhanden. Als het
apparaat niet gebruikt wordt, moet
het dan ook buiten de reikwijdte
van kinderen worden bewaard.
VOORGESCHREVEN GEBRUIK VAN HET SYSTEEM
Deze laserthermometer is bedoeld voor de contactvrije
temperatuurmeting.
Dit apparaat uitsluitend gebruiken voor normaal gebruik,
zoals aangegeven.
DISPLAY
Batterij-indicator
Weergave vasthouden (hold)
Blokkering van de ontspanner actief
Alarmweergave
Weergave in °C of in °F
Primaire meting
Secundaire meting
Weergave van de bedrijfsmodus
Toets ALARM
Toets SET
Toets MODE
WEERGAVE IN GRADEN CELSIUS OF FAHRENHEIT
Bedien de ontspanner en druk drie keer op de SET-toets om
de gewenste temperatuureenheid te selecteren. Selecteer
met behulp van de pijlen °C of °F. Wacht 5 seconden totdat
de instelling is opgeslagen en verlaat dan het menu.
LASER BLOKKEREN
Bedien de ontspanner en druk vier keer op de SET-toets om
de laserstraal in en uit te schakelen. Selecteer met behulp
van de pijlen ON of OFF. Wacht 5 seconden totdat de
instelling is opgeslagen en verlaat dan het menu.
BEDIENING
IR-meting van de objecttemperatuur
1. Druk minimaal 2 seconden
op de ontspanner om de
oppervlaktetemperatuur van
een object te meten. Een
laserpunt geeft het middelpunt
van het cirkelvormige
meetbereik aan.
OPMERKING: het object dient
groter te zijn dan het te meten
punt omdat anders een
onnauwkeurig meetresultaat
het gevolg kan zijn. Zie onder
"Afstand tot het meetpunt"
voor exactere gegevens over
de objectgrootte.
2. Als u de ontspanner langer
ingedrukt houdt, verschijnt het
symbool
en de
oppervlaktetemperatuur
(primaire meting) en de
maximale temperatuur
(secundaire meting) worden
weergegeven.
3. Laat de trigger los. Totdat
het display na ongeveer 7
seconden uitschakelt, wordt
HOLD weergegeven.
OPMERKING: sterke temperatuurschommelingen (> 12 °C)
kunnen het meetresultaat beïnvloeden. Waarborg daarom
dat het apparaat na het inschakelen en vóór het gebruik een
stabiele bedrijfstemperatuur heeft bereikt. (Al naargelang de
omgevingsvoorwaarden kan dit 5 tot 30 minuten duren).
Temperatuuralarm
Druk op de toets ALARM om
de alarmfunctie te activeren.
Het belsymbool verschijnt. Als
de temperatuur buiten het
vooringestelde bereik ligt,
begint de
temperatuurweergave te
knipperen.
Alarmbereik instellen
Bedien de ontspanner en druk
op de SET-toets om het
alarmbereik in te stellen.
Herhaal het proces om tussen
de instellingen HI en LO heen
en weer te schakelen.
Druk op de toetsen boven de
pijlen om de gewenste
temperatuurwaarden in te
stellen. Wacht 5 seconden
totdat de instelling is
opgeslagen en verlaat dan het
menu.
Batterijlading gering
Vervang de batterijen als het
symbool voor een lage
batterijlading verschijnt.
WEERGAVE VAN DE BEDRIJFSMODUS
Geeft de hoogste temperatuur aan die tijdens een
MAX
ononderbroken meetproces werd gemeten.
Geeft de laagste temperatuur aan die tijdens een
MIN
ononderbroken meetproces werd gemeten.
Geeft de gemiddelde temperatuur aan van de
AVG
laatste 20 metingen in een ononderbroken
meetproces.
Geeft het verschil aan tussen de MAX- en
DIF
MIN-waarden van een ononderbroken
meetproces.
ONDERHOUD
Reinig het laservenster met een zachte, vochtige doek.
Verwijder de batterij voordat u het apparaat reinigt.
Waarschuwing!
Vermijd persoonlijk letsel en dompel het apparaat nooit
onder in vloeistof en voorkom ook dat vloeistof in het
apparaat kan dringen.
Houd het apparaat vrij van stof en verontreinigingen. Houd
de handgreep schoon, droog en vrij van olie of vet.
Reinigings- en oplosmiddelen zijn schadelijk voor
kunststoffen en andere isolerende onderdelen. Reinig het
apparaat daarom alleen met een vochtige doek. Gebruik
nooit brandbare oplosmiddelen in de buurt van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend Milwaukee toebehoren en onderdelen.
Indien componenten die moeten worden vervangen niet zijn
NEDERLANDS
27