14. Activeer het pistool in de metalen
afvalcontainer totdat het oude
oplosmiddel weg is en er nieuw
oplosmiddel uit het pistool komt.
15. Vergrendel het pistool door de
vergrendeling van het spuitpistool naar
de vergrendelde positie te draaien.
16. Zet het pistool neer en verhoog de druk
door de drukcontroleknop langzaam
rechtsom te draaien.
17. Controleer het gehele systeem op lekkage. Volg in geval
van lekkages de "procedure voor het drukloos maken van
de installatie" in deze handleiding alvorens koppelingen of
slangen vast te draaien.
18. Volg de "procedure voor het drukloos maken van de
installatie" in deze handleiding alvorens van oplosmiddel over
te gaan op verf.
Volg de procedure voor het drukloos maken van de
installatie wanneer u de spuitinstallatie uitschakelt
om een bepaalde reden, zoals ten behoeve van
een onderhoudsbeurt of het aanpassen van een
onderdeel van het spuitsysteem, het verwisselen of
schoonmaken van spuitmonden of klaarmaken om
te reinigen.
Markeringen aanbrengen
1. Hang de hevelslang in een container met verf.
2. Plaats de aftapslang in de metalen afvalcontainer.
3. Zet het toestel op minimale druk door de drukcontroleknop
volledig linksom te draaien.
Hydraulische afsluitklep
(in afgesloten positie)
Ontluchtingsklep
4. Open de hydraulische afsluitklep die zich op de hydroliekslang
bevindt. De hendel moet op één lijn staan met de slang.
5. Opent de ontluchtingsklep door het volledig in tegenwijzerzin
te draaien.
6. Start de motor.
a. Om de benzinemotor te
kunnen starten:
• zet de brandstofventiel-
hendel op 'open';
• zet de gashendel in het
midden;
• zet de smoorspoel-
hendel voor een koude
motor op 'dicht' en voor
een warme motor op
'open';
• zet de motorschakelaar op 'AAN', en
• trek hard aan de opstartsnoer totdat de motor aanslaat.
7. Draai de drukcontroleknop rechtsom ongeveer 1/3 naar
beneden om de druk te verhogen totdat de spuitinstallatie
regelmatig loopt en het verf vrij uit de aftapslang loopt.
8. Schakel de spuitinstallatie uit.
a. Om de benzinemotor te kunnen uitschakelen:
• zet de druk op het minimum door de drukcontroleknop
volledig in tegenwijzerzin te draaien,
• zet de gashendel op 'langzaam', en
• zet de motorschakelaar op 'UIT'.
© Wagner. Alle rechten voorbehouden.
Grendel van de
trekker vergrendeld.
Drukcontroleknop
Smoorspoel-
Gashendel
hendel
Motor-
schakelaar
Brandstofklep-
Opstartsnoer
hendel
9. Haal de aftapslang uit de afvalcontainer en plaats deze in de
container met verf.
10. Sluit u het ontluchtingsklep door deze volledig rechtsom te
draaien.
11. Start de motor.
12. Draai de drukcontroleknop rechtsom ongeveer 1/3 naar
beneden om de druk te verhogen.
13. Ontgrendel het pistool door de vergrendeling van het
spuitpistool naar de ontgrendelde positie te draaien.
Om het pistool te aarden, houdt het
bij het doorspoelen tegen de rand
van een metalen container. Indien u
dit niet doet, kan dit leiden tot een
ontlading van statische elektriciteit
hetgeen brand tot gevolg kan hebben.
14. Activeer het pistool in de metalen afvalcontainer totdat alle
lucht en vloeistof uit de spuitslang gelopen zijn en de verf
vrijelijk uit het pistool stroomt.
15. Vergrendel het pistool door de
vergrendeling van het spuitpistool naar
de vergrendelde positie te draaien.
16. Schakel de spuitinstallatie uit.
17. Bevestig de beschermkap van de
spuitmond en de spuitmond aan
het pistool zoals aangegeven in de
handleidingen van de spuitmond of van
de beschermkap van de spuitmond.
GEVAAR: Persoonlijk letsel door injectie. Zorg
dat tijdens het spuiten de beschermkap van de
spuitmond steeds op zijn plaats blijft. Activeer het
spuitpistool alleen wanneer de spuitmond in de
stand doorspuiten of spuiten staat. Vergrendel altijd
de trekker van het pistool alvorens de spuitmond te
verwijderen, deze te vervangen of deze te reinigen.
18. Start de motor.
19. Verhoog de druk door de drukcontroleknop langzaam
rechtsom te draaien en test het spuitpatroon op een stuk
karton. Pas de drukcontroleknop aan totdat de straal uit het
pistool volledig verneveld is.
Indien u de druk hoger zet dan nodig is om de verf
i
te vernevelen, zal dit vroegtijdige slijtage van de
spuitmond en overbeneveling tot gevolg hebben.
De Frontgieter bedienen
De frontgieter op de kar is ontworpen om de verstuiver een rechte
lijn te laten trekken of om een vrije beweging toe te laten. Van achter
de verstuiver gezien, bestuurt de trekker aan het linkerhandvat van
de kar de werking van de frontgieter.
1. Om de frontgieter in de rechte lijnpositie te vergrendelen,
haal de trekker van de gieter over, laat het daarna los en duw
de verstuiver voort.
2. Om de frontgieter vrij te laten bewegen, haal de trekker over
en hou het in deze positie.
31
Grendel van de
trekker vergrendeld.
NL