MICROSCHAKELAARS S1-1, S1-2, S1-3, S1-4 EN S1-5
De instellingen van de microschakelaars S1-1, S1-2, S1-3, S1-4 en
S1-5 bepalen het oproepadres van de grondplaat in kwestie ten
opzichte van het entreepaneel waar de oproep vandaan komt.
Om de functie intercomoproep tweegezinswoning te gebruiken,
moeten de gebruikers (deurtelefoons en/of videointercommonitors)
zijn ingesteld op aangrenzende oproepadressen, in de tabel op
pagina 15 aangeduid met dezelfde letter (AA...CC....NN).
Werking
• Als de bezoeker op de oproeptoets drukt, gaan de infraroodleds
voor de verlichting van de persoon branden, gaat de interne
beltoon over (als de privacyfunctie niet ingeschakeld is) en
verschijnt het beeld gedurende circa 60 sec. op de
hoofdmonitor(en).
Als de communicatie tot stand komt, is de maximale duur van het
gesprek 90 sec.
Op het entreepaneel klinkt een bevestigingstoon. Wanneer bij
systemen met 2 of meer entreepanelen een bezettoon,
vergelijkbaar met die van een telefoontoestel, klinkt bij het
indrukken van de beldrukker, betekent dit dat er reeds een ander
gesprek gaande is met een ander entreepaneel.
In geval van voortdurende kortsluiting op de bus-leiding klinkt
bij het entreepaneel een intermitterende waarschuwingstoon.
• Het gesprek komt bij de interne aansluiting tot stand door de hoorn
op te nemen.
• De helderheidsregelknop bevindt zich onder aan de monitor en de
regelknop voor het instellen van het volume van de beltoon of
activering van de privacyfunctie op het bovenste gedeelte.
• Met de toets met het sleutelsymbool op de monitor wordt het
elektrische slot circa 2 sec. geactiveerd.
• De hoofdmonitor wordt automatisch ingeschakeld wanneer op
knop 2 wordt gedrukt, als deze functie is geactiveerd (zie
beschrijving op pagina 19).
Bij installaties met 2 entreepanelen kan afwisselend het beeld van
het ene of het andere entreepaneel weergegeven worden (functie
''wisselen'') door telkens op knop 2 te drukken.
De monitor kan niet automatisch worden ingeschakeld als er al een
ander gesprek gaande is.
• Zie pagina 16 voor de intercomfuncties van het BRAVO KIT-
systeem.
• Zie pagina 21 voor het programmeren van andere
gebruikersadressen dan die welke zijn ingesteld in de fabriek (1 en 2).
Extra hoofd- of secundaire monitors
De instelling van JP1 bepaalt of de grondplaat in kwestie zal worden
aangestuurd als hoofdgrondplaat of als secundaire grondplaat.
Het entreepaneel kan maximaal 3 videointercommonitors of
deurtelefoons per beldrukker beheren. Als er een oproep plaatsvindt
vanaf het entreepaneel, zal het systeem de monitor van de
hoofdvideointercom inschakelen.
Eventuele andere secundaire monitors van dezelfde gezinseenheid
blijven uit. Bij het beantwoorden van de oproep vanaf het
entreepaneel via een secundaire videointercom, wordt het beeld
automatisch op die monitor weergegeven.
De monitor van de hoofdvideointercom gaat dan uit en het beeld
wordt weergegeven op de monitor van de videointercom waarvan
de Knop 2 - Passieve beeldoproep is ingedrukt.
Ook zonder de hoorn op te nemen bestaat de mogelijkheid het
door het entreepaneel gezonden beeld weer te geven, door op de
Knop 2 - Passieve beeldoproep te drukken.
In de standaard configuratie van BRAVO KIT zijn maximaal 2
secundaire videointercoms en 1 hoofdvideointercom mogelijk per
knop. Deze worden allen gevoed door één art. 1205/B (Variant
BK/C op pag. 108).
Binnen
één
gezinseenheid
hoofdvideointercoms worden beheerd (d.w.z. ingesteld op dezelfde
gebruikerscode). In deze specifieke configuratie moet ieder van de
extra hoofdvideointercoms worden gevoed door een art. 1212/B
(Variant BK/H en BK/I op pag. 107, 108).
Bij een oproep vanaf het entreepaneel, wordt het beeld
weergegeven op alle hoofdvideointercoms die zijn aangesloten op
het systeem.
Ook met het gebruik van art. 1212/B, kunnen niet meer dan 3
videointercoms worden aangesloten per gezinseenheid. Voor geen
enkele optionele deurtelefoon is speciale voeding nodig.
S1-6, S1-7, S1-8
Instelling van de bedrijfsmodus van BRAVO KIT
De tabel op pagina 16 toont de functies van de afzonderlijke
knoppen van de monitor afhankelijk van de instelling van de
microschakelaars S1-6, S1-7, S1-8.
De knop
, de knop 1 en de knop 2 zijn standaard, de knop 3,
de knop 4, de knop 5 en de knop 6 zijn optioneel bij gebruik van de
kaart art. 5733.
Bij gebruik van art. 5734 bestaat bovendien de mogelijkheid te
beschikken over de knoppen 3 en 4 en twee signaalleds op de
posities van knop 5 en knop 6.
Deze signaalleds kunnen door de installateur worden gebruikt voor
diverse systeemvereisten en worden niet automatisch aangestuurd
door de grondplaat van de monitor.
Functiebeschrijving van de knoppen
Deuropener
Bij een druk op de deuropener wordt het slot
geactiveerd dat met de buitenpost is verbonden.
Relais
Door op de in de modus Relaissturing ingestelde
knop te drukken kan het relais art. 1256 worden geactiveerd. De
actuator kan bijvoorbeeld worden gebruikt om hekken of
garagedeuren te openen of voor de activering van de
cameramodule met beeldwisselaar art. 1259/A.
Vrije knop
De aanduiding Vrije knop geeft aan dat de knop als
C.NO.-contact in het aansluitblok kan worden gebruikt door de
juiste instellingen te maken, zie de variant BK/P op pagina 113.
Automatische inschakeling / beeldoproep
deze modus ingestelde knop 2 te drukken, kan op het scherm het
MT KIT
4
kunnen
maximaal
3
Door op de in
17
MT KIT
4