•
Trek aan beide koppelingen om te controleren of ze niet met normale handkracht uit elkaar kunnen
worden getrokken.
LET OP
Sla de slang niet met de uiteinden aan elkaar gekoppeld op.
5.7
Ontkoppel de hydraulische slangen
5.7.1
Algemeen
VOORZICHTIG
Gebruik nooit tangen of vergelijkbare gereedschappen om de hydraulische koppelingen los
te koppelen.
5.7.2
Slang met CORE™-koppelingen
Zie Fig. 8.
•
Ontkoppel de koppelingen door de buitenring op de vrouwelijke koppeling te draaien en daarna in
de richting van de pijlen te schuiven. De mannelijke koppeling zal losschieten.
•
Verwijder vuil en olie van de koppelingen.
5.8
De druk ontlasten
5.8.1
Algemeen
Door temperatuursverschillen kan een overdruk ontstaan in niet gekoppelde slangen en
gereedschappen. Deze overdruk kan koppelen onmogelijk maken. Met behulp van het
drukontlastgereedschap kan deze overdruk weggenomen worden. Deze accessoire is verkrijgbaar voor
alle Holmatro slangensystemen en wordt standaard bij elke pomp meegeleverd.
LET OP
Wij raden u aan om meerdere exemplaren voorradig te hebben.
5.8.2
Slang met CORE™ koppelingen
Zie Fig. 9.
•
Bevestig het drukontlastgereedschap aan de mannelijke koppeling (1).
•
Draai de knop rechtsom (2) om de overdruk af te laten. Hierbij komt wat olie vrij.
•
Draai de knop linksom (3).
•
Verwijder het drukontlastgereedschap van de koppeling (4).
5.8.3
De druk in aangesloten slangen opheffen
Algemeen
Als de hydraulisch slang niet kan worden ontkoppeld omdat er druk op het systeem blijft staan, kan
deze afgelaten worden met het drukontlastventiel.
CORE™ systeem
•
Stop de pomp.
GBP10EVO3
916.400.220_001
NL
17