Functies
Instellen van tijd en datum
1. Druk op de „SET"-toets om de geheugen-groepen 1, 2
of 3 te selecteren.
2. Druk op de „MODE"-toets. Op het display knippert de
maand. Om de gewenste maand in te stellen, drukt u
op „SET".
3. Druk opnieuw op de „MODE"-toets. Op het display
knippert de dag. Om de gewenste dag in te stellen,
drukt u op „SET".
4. Druk opnieuw op de „MODE"-toets. Op het display
knipperen de uren. Om de gewenste uren in 12-uurs-
formaat in te stellen, drukt u op „SET".
5. Druk opnieuw op de „MODE"-toets. De minuten knip-
peren. Om de gewenste minuten in te stellen, drukt u
op „SET".
6. Druk op „MODE" om de tijd en de datum te bevesti-
gen.
Bloeddrukmeting
1. Wikkel de manchet rond de arm (zie hiervoor het
hoofdstuk „Omleggen van de drukmanchet").
2. Ga rechtop op een stoel zitten (zie hiervoor het hoofd-
stuk „Lichaamshouding tijdens het meten").
3. Druk op de „SET"-toets om een bepaalde geheugen-
groep te selecteren.
4. Daarna drukt u op „START/STOP" om de automati-
sche meting te starten.
Wanneer u opnieuw meet, moet u ervoor zorgen, dezelf-
de geheugengroep te selecteren, alvorens op „START/
STOP" te drukken.
5. Er wordt opgepompt. Is de polsslag gemeten, dan
knippert het polssymbool.
6. Zodra de meting is beëindigd, verschijnen op het dis-
play gedurende 1 minuut de gemeten waarden voor
de bloeddruk (systolische en diastolische waarde), de
polsslag en WHO-classifi catie. Het apparaat schakelt
nadat het ca. 1 minuut niet meer wordt gebruikt auto-
matisch uit.
Om de meting te onderbreken drukt op „START/STOP".
Het manchet laat de lucht meteen ontsnappen.
145
NL