Paneel voor defectopsporing
Defect
Lijnschakelaar (Pos. 7, Fig. A) aan maar
witte LED, die aangeeft dat de inrichting
onder spanning staat, uit (Pos. 2, Fig. A)
De gele LED die de thermostatische
beveiliging aangeeft (Pos. 4, Fig. A)
Luchtgebrek met gedrukte toorts-knop
De stuurboog gaat niet aan wanneer
de toortsknop ingedrukt is
De rode LED, die de plasmasnijdcyclus
controleert, knippert langzaam (Pos. 3, Fig. A)
Gemeenschappelijke snijdefecten
Defect
Onvoldoende penetratie
De hoofdboog gaat uit
Grote afval vorming
Oververhitte afvoer of zwart van kleur
Intermitterende of knetterende stuurboog
Oorzaak
• Geen voeding
• Kaart van de vermogeninverter defect
• Thermische bescherming ingeschakeld
• Kaart van de vermogeninverter defect
• Compressor stuk of defect
• Kaart van de vermogeninverter
defect (als de rode LED uit is)
• Externe spuitmond van de fakkel
los of niet correct gemonteerd
• Versleten elektrode en toortsafvoer
• Stuurboog weerstand onderbroken
• Defecte toortsknop
• Onvoldoende luchtdruk in de
inrichting (<2,5bar)
• Externe spuitmond van de fakkel
los of niet correct gemonteerd
• Ondervoltage of overvoltage
Oorzaak
• Snijsnelheid te hoog
• Te hoge stroom
• Verkeerd uitgevoerde massa aansluiting
• Te lage snijsnelheid
• Te grote afstand tussen toorts en stuk
• Te grote erosie van elektrode
• Verkeerde luchtdruk
• Te lage snijsnelheid
• Geërodeerde afvoeropening
• Verkeerde afstandregelaar
• Te lage stroom
• Afstand tussen afvoer en stuk te laag
• Vuile lucht
• Buitensporige elektrode erosie
• Verkeerde luchtdruk
• Vuile, vette of natte lucht
• Stuurboogstroom te laag
37
Oplossing
• Controleren:
• correcte aansluiting van de voedingskabel
• correcte aansluiting van de stekker
van de voedingskabel
• inrichting vóór de plasmamachine
• Vervangen
• Enkele minuten wachten en
werkcyclus verminderen
• Vervangen
• Vervangen
• Vervangen
• De verspreider van de toorts
weer installeren of sluite
• Vervangen
• Vervangen
• Vervangen
• De luchtcompressor op goede
werking controleren
• Het filter van de luchtcompressor reinigen
• Controleren dat de zekering van de kaart
van de vermogeninverter niet verbrand is
• De spuitmond van de fakkel
monteren of vastdraaien
• De inrichting uitschakelen en controleren
dat de netspanning met de op de naamplaat
aangegeven spanning overeenkomt
• De technische dienst raadplegen
Oplossing
• Snelheid verminderen
• Stroom verhogen
• Aansluiting van massakabel
aan stuk controleren
• De snelheid verhogen
• Afstand verminderen
• Elektrode vervangen
• Drukregelaar afstellen
• Snelheid vermeerderen
• Afvoer vervangen
• Afstandregelaar verkleinen
• Stroom verminderen
• Afstand vermeerderen
• Luchtfilter reinigen
• Elektrode vervangen
• Drukregelaar afstellen
• Luchtfilter reinigen
• Het circuit van de pilootboog
van de inrichting nagaan