oFF
DISPLAY
in 1
FOTOCEL ALLEEN GEACTIVEERD IN
SLUITSTAND
Het inschakelen van de fotocel tijdens de
openingsfase wordt genegeerd.
Het inschakelen van de fotocel tijdens de
afsluitende fase zorgt ervoor dat het rolluik
opnieuw wordt geopend.
in 2
TEST FOTOCEL NIET ACTIEF
De werkingstest van de fotocel wort
niet uitgevoerd
in 3
MECHANISCHE DRUKLIJST
De ingang L6 wordt geconfigureerd om een
mechanische druklijst te besturen
in 4
FUNCTIE FIRE
De ingang L7 wordt geconfigureerd om een
brandalarm te besturen
in 5
FUNCTIE EDGE / FIRE
De ingang L6 wordt geconfigureerd om een
druklijst te besturen
De ingang L7 wordt geconfigureerd om een
alarm te besturen
ou 1
KNIPPERLICHT
De uitgang (E1 - E2) wordt met intermitterende
werking (2 Hz) geactiveerd tijdens de fasen van
opening en sluiting, en tijdens de pauze, indien
de automatische sluiting actief is.
ou 2
SIGNAAL VOOR EINDE CYCLUS NIET
GEACTIVEERD
Aan het einde van de bedrijfscyclus stuurt de
centrale geen signaal
Lo 1
START/STOP-LOGICA
De START/UP-ingang bestuurt de
STAP-VOOR-STAP of de AUTOMATISCHE
werkcyclus op grond van de geprogrammeerde
werklogica.
De DOWN-ingang is niet actief
Lo 2
START NIET ACTIEF BIJ OPENING
De START-impuls wordt tijdens de
openingsfase genegeerd
Lo 3
STAP-VOOR-STAP-LOGICA
De startimpuls activeert een werkcyclus
OPEN-STOP-DICHT-STOP-OPEN...
on
FOTOCEL GEACTIVEERD IN OPENINGS- EN
SLUITSTAND
Het inschakelen van de fotocel tijdens de
openingsfase zorgt voor stilstand van de motor.
Wanneer de fotocel wordt losgelaten wordt de
automatisering die voor de bewerkingstijd in de
ti1
parameter
is ingesteld geopend.
Het inschakelen van de fotocel tijdens de
afsluitende fase zorgt ervoor dat het rolluik
opnieuw wordt geopend.
FOTOCELTEST ACTIEF
De FOTOCELTEST controleert de correcte werking
van de fotocel telkens wanneer de centrale een
impuls voor opening of sluiting ontvangt.
Als de test mislukt, wordt op de display
weergegeven
DRUKLIJST
(MET GELEIDEND RUBBER / OPTISCHE)
De ingang L6 wordt geconfigureerd om een
druklijst met geactiveerde werkingstest te
besturen. Als de test mislukt, wordt op de display
- L6 -
weergegeven
ALARMFUNCTIE
De ingang L7 wordt geconfigureerd om een
antidiefstal bediening te besturen
EINDSCHAKELAARFUNCTIE
De ingang L6 wordt geconfigureerd om een
eindschakelaar voor opening te besturen
De ingang L7 wordt geconfigureerd om een
eindschakelaar voor sluiting te besturen
in5
OPMERKING: Als
is ingesteld op
worden de instellingen van de functies
in4
genegeerd
SERVICELICHT
De uitgang (E1 - E2) wordt permanent
geactiveerd tijdens de fasen van opening, pauze
en sluiting. Na eindiging van de werkcyclus blijft
het licht nog ingeschakeld gedurende de tijd
VERTRAGING VAN UITSCHAKELING
SERVICELICHTEN
SIGNAAL VOOR EINDE CYCLUS GEACTIVEERD
Aan het einde van de bedrijfscyclus stuurt de
centrale een signaal naar de sensoren WES voor
de activering van de modus ENERGY SAVING
UP/DOWN-LOGICA
De START/UP-ingang bedient altijd de opening
en de DOWN-ingang bedient altijd de sluiting,
onafhankelijk van de geprogrammeerde
werklogica.
Worden UP + DOWN gelijktijdig ingedrukt dan
is dit gelijk aan een STOP-impuls.
START ACTIEF BIJ OPENING
De START-impuls tijdens de openingsfase
onderbreekt de opening (de eventuele timer
voor de automatische sluiting wordt niet geladen).
AUTOMATISCHE LOGICA
De startimpuls activeert een werkcyclus
OPEN-PAUZE-DICHT-STOP
De sluiting begint automatisch na de ingestelde
pauzetijd.
54
dEF1 dEF2 dEF3
on
oFF
oFF
oFF
- L5 -
oFF
on
oFF
oFF
oFF
oFF
on
in3
en
oFF
on
oFF
on
oFF
on
on
on
oFF
oFF
oFF
oFF
oFF
oFF
oFF
on
oFF
on
on
oFF