NEDERLANDS
8. BESCHRIJVING INSTELLINGEN INSTALLATEUR
Om toegang te krijgen tot de installateurinstellingen moet de installateur naar gebruikersparame-
ter 15 gaan. Na indrukken en ingedrukt houden van de validatietoets
vasthouden
BT-D03-MOI-FR-W-NL-06-19
NL
Toegang tot de installateurinstellingen
knop
Selecteren van de temperatuursensor gebruikt voor de regeling:
- AIR: regeling met interne sensor
- Amb: regeling met externe sensor
- FLR: regeling op basis van de vloersensor
thermostaat op afstand, uitsluitend wanneer de thermostaat is verbonden met de
of de sensor die in de ontvanger is opgenomen
master)
- FLL: regeling met de vloersensor en de luchtsensor
Fabrieksinstelling: Air
Weergave van gemeten temperatuur door interne
sensor:
Indien "Err" wordt getoond, is de interne sensor kapot.
Weergave van gemeten temperatuur door externe sensor:
➤ VLOERtemperatuur / OMGEVINGStemperatuur
Indien "Err" wordt getoond, is de externe/omgevingssensor
niet aangesloten of kapot.
Weergave van gemeten temperatuur door vloersensor
verbonden met ontvanger (uitsluitend met het specifieke
bidirectionele systeem)
Indien "Err" wordt getoond, is de thermostaat niet gekoppeld
met een ontvanger met vloersensor of is deze sensor kapot.
Onderlimiet van de vloertemperatuur (FL.L)
Deze waarde wordt gebruikt wanneer parameter 20 op FLL staat.
Fabrieksinstelling: "no": niet geactiveerd
Andere waarden: 5°C tot "FL.H"
Bovenlimiet van de vloertemperatuur (FL.H)
Deze waarde wordt gebruikt wanneer parameter 20 is inge-
steld op "Floor limit" FLL.
Fabrieksinstelling: "no": niet geactiveerd
Andere waarden: "FL.Lo" tot 40°C
vasthouden
knop
Andere waarden: Amb / FLL / FLR
gedurende 5 seconden:
Installateur-
instellingen
loslaten
knop
(externe sensor van de
15