10. VOORZORGSMAATREGELEN
BEVRIEZINGSGEVAAR: wanneer de pomp buiten werking blijft bij een temperatuur lager dan 0°C, moet men er voor
zorgen dat er geen waterresten in de pomp kunnen bevriezen, waardoor er barsten zouden kunnen ontstaan in de plastic
onderdelen.
Indien de pomp werd gebruikt met vloeistoffen die neerslaan of met bleekwater, dan moet ze na gebruik worden gespoeld
met behulp van een krachtige waterstraal, om neerslag- of korstvorming te vermijden, wat zou leiden tot de vermindering
van de pompprestaties.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
Bij de normale werking vereist de elektropomp geen enkel onderhoud In ieder geval mogen alle reparaties en
onderhoudswerkzaamheden pas worden uitgevoerd nadat de pomp is afgekoppeld van het voedingsnet. Wanneer de
pomp terug wordt opstart moet u controleren dat alles correct werd gemonteerd, om geen gevaar te berokkenen aan
personen of zaken.
11.1 Schoonmaak van de aanzuigfilter
(Afbeelding.3)
De
elektrische
uitschakelen.
Draineer de pomp, open de afvoerdop (6)
nadar de hogerliggende luiken (indien
aanwezig) werden gesloten.
Draai de dop van de filterkamer los met de
handen of met het bijgeleverde accessoire.
Verwijder de filtereenheid naar boven toe.
Spoel de beker onder stromend water en
maak de filter schoon met een zachte
borstel.
Monteer de filter terug door de handelingen
in de omgekeerde volgorde uit te voeren.
12. PROBLEMEN OPSPOREN
Voordat begonnen wordt met het opsporen van storingen, moet de pomp eerst losgekoppeld worden
van het elektriciteitsnet (door de stekker uit het stopcontact te halen). Indien de voe-dingskabel of
een elektrisch onderdeel van de pomp beschadigd zijn, mogen deze alleen door de fabrikant of diens
technische klantenservice of door een iemand met gelijke bevoegdheid.
ONGEMAKKEN
De motor start niet
1.
en
maakt
geen
lawaai.
De motor start niet
2.
maar doet lawaai.
3. De
motor
draait
moeilijk.
4. De pomp werkt.
voeding
van
de
pomp
ONDERZOEKEN (mogelijke oorzaak)
A. Elektrische aansluitingen nagaan.
B. Nagaan dat de motor onder druk staat.
C. De beschermings zekeringen.
D. Controleer of de thermische beveiliging
werd geactiveerd.
A. Zich verzekeren dat de netspanning
overeenkomt met datgene wat er op het
naamplaatje staat.
B. Onderzoek
naar
verstoppingen van de motor of van de
pomp.
C. Controleer dat de as niet geblokkeerd
zit.
D. Nagaan
de
toestand
condensator.
A. Zich verzen dat er geen onvoldoende
voedings spanning is..
B. Nagaaan mogelijke wrifingen tussen de
bewegende en vaste delen.
A. De pomp is niet correct aangesloten..
B. Onvoldoende
diameter
opzuigingsbuis.
C. De terugslagklep of filter zit verstopt.
NEDERLANDS
11.2 Schoonmaak van de terugslagklep
(Afbeelding.4)
De elektrische voeding van de pomp uitschakelen.
Verwijder de dop van de terugslagklep (5) met het
bijgeleverde accessoire.
Maak
de
aanwezige vuiltjes fig.9.
Assembleer de onderdelen terug in de omgekeerde
volgorde.
OPLOSSINGEN
C. Indien verbrandt vervangen.
D. Wacht 20 min totdat de motor is
N.B.: het heventueel zich direkt herhalen
van het mancament kan betekenen dat de
motor in kortsluiting staat.
B. Verstoppingen verwijderen.
C. Gebruik het bijgeleverde accessoire om
mogeliike
D. De condensator vervang.
van
de
B. Zorgen om de wrijfinges oorzaken op te
A. Vul de pomp met water en zorg voor de
van
de
B. Buis vervangen met een van grotere
C. Maak de filter schoon en indien dit niet
143
terugslagklep
schoon
afgekoeld. Ga na wat de oorzaak ervan
is en verwijder deze.
het deksel los te draaien en bevrijd de as
met behulp van een schroevendraaier.
sporen.
aanzuiging. De lucht kan ontsnappen
doordat
de
ontluchtingsdop
losgedraaid.
diameter.
volstaat ook de terugslagklep.
en
verwijder
wordt