Hoofdstuk
5
Bladzijde
24
5.2.3
Laden
WAARSCHUWING
Gastronormbakken (1/1) met een maximumdiepte van 200 mm kunnen zonder verdere maatregelen in de
warmhoudbakken worden gehangen.
Bij gebruik van kleinere gastronormbakken (bijv. GN 2/3, GN 1/2- of GN 1/3) moeten er tussenstrips worden
gebruikt om de vrijkomende damp tussen de bakken en het warmteverlies dat hiermee gepaard gaat tot een
minimum te beperken.
§
Voor kleinere gastronormbakken geschikte tussenstrips in de warmhoudbakken gebruiken.
§
Gastronormbakken in de warmhoudbakken plaatsen.
§
Plaats geschikte, passende deksels om warmteverlies te voorkomen.
Per warmhoudcompartiment staan er 5 paar steunrails in een afstand van 75 mm ter beschikking. Voor een
optimaal gebruik van het compartiment moeten Gastronorm schalen worden gebruikt met een diepte van 65
mm. Naast gastronormbakken kunnen ook rooster of inschuifkorven met kant en klaar geportioneerde
gerechten in de warmhoudcompartimenten worden gebruikt.
Het gebruik van GN 2/3-, GN 1/2- en GN 1/3-schalen is ook mogelijk. Het ophangen van nog kleinere
schalen is niet mogelijk.
5.2.4
Bewegen
WEES VOORZICHTIG
§
Alle regelaars op 0 zetten.
§
Het apparaat uitschakelen met de aan/uitschakelaar.
§
De netstekker uit het stopcontact trekken en in de hiervoor bedoelde houder hangen.
§
Blokkeerremmen losmaken.
§
Voedseltransportwagen aan de duwhandgrepen vastpakken en naar de bestemming verplaatsen.
§
Op de gewenste locatie tegen wegrollen beveiligen met de blokkeerremmen. Nogmaals controleren
of de blokkeerremmen zijn ingeschakeld.
§
Het apparaat weer aansluiten op het elektriciteitnet.
§
De voedseltransportwagen inschakelen met de aan-/uitschakelaar.
§
Met de betreffende regelaar het gewenste vermogen voor de betreffende warmhoudbakken instellen.
Voedseltransportwagen
SPTW-2/EBF | SPTW-3/EBF | SPTW-2/EBF-S | SPTW-3/EBF-S | SPTW-2/EBF-K | SPTW-3/EBF-K
Verbrandingsgevaar | Gevaar door hete oppervlakken
Aanraakbare metalen elementen kunnen tijdens de werking zeer heet
worden. Waterdamp die vrijkomt tussen de gastronormbakken kan
verbrandingen tot gevolg hebben.
Zorg daarom voor een goede afsluiting van de gastronormbakken. Draag
geschikte beschermende werkkleding.
Gevaar voor schade en persoonlijk letsel door ondeskundig transport
Voedseltransportwagens mogen uitsluitend met gesloten deuren en gesloten
deksels worden voortbewogen. Niet gesloten deuren kunnen tijdens het
transport open raken en beschadigingen of letsel tot gevolg hebben.
Controleer voordat u de voedseltransportwagen in beweging zet of de deuren
en de deksels gesloten zijn.
Bediening
Bedrijf
4330025_A1