Montage beschermkap (Type 121/129)
14
Bevestig de beschermkap bij type 121/129 met
metalen snijbladen met 2 klemmen (1) aan de
maaiboom. De te lange bevestigingsbouten
voor de aandrijving (2) moeten hierbij uit de,
in de beschermkap voorziene, boorgaten
steken (tegen het verdraaien).
Als u een draadsnijkop monteert, steekt u het
bijgeleverde tussenstuk (3) met 2 M5x55-
schroeven tussen de onderste klem en de
beschermkap. De te lange bevestigingsbouten
voor de aandrijving (4) moeten dan uit de
voorziene boorgaten van het tussenstuk ste-
ken.
Monteer dan de draadsnijder (5) in de voor-
ziene boorgaten in de beschermkap.
De snijwerktuigen monteren en
15
vervangen Type 117
Draai de beschermkap (2) zodat de opening
voor de borgpen (1) samenvalt met de ope-
ning in de schijf (2). Steek de borgpen (1) in
de opening om de as te blokkeren.
Draai de draadsnijkop met de hand op de
maaiboom (rechtse schroefdraad) vast. Ga
voor de demontage van het snijwerktuig om-
gekeerd te werk.
Centreer het gewenste snijwerktuig op de
beschermkap (2) en steek het op de vertande
aandrijfas (3). Steek de drukschijf (4) erop en draai
vast met de schotel (5), schijf (6) en moer (7).
De snijwerktuigen monteren en
16
vervangen Type 121/129
Draai de aandrijfas (1) met het drukstuk (2)
zodat de opening voor de borgpen (3) samen-
valt met de opening in de beschermkap (4) of
de tandwielkast.
Centreer het gewenste snijwerktuig op de
bevestigingsschijf (5) en steek het op de
aandrijfas (1). Zet de schotel (6) en de schotel-
veer (7) erop en draai de borgmoer (8) vast.
Belangrijk: linkse schroefdraad!
Steek de borgpen (3) door de beschermkap (4)
in het drukstuk (2). Blokkeer de as en draai de
moer (8) vast.
Montage van de draadsnijkop
17
Type 121/129
Hiervoor hebt u de bevestigingsschijf (5), de
schotel (6), de schotelveer (7) en de borgmoer
(8) niet nodig (fig. 16).
Schroef de hele draadsnijkop met de
beschermkap (A) op de aandrijfas (1) tegen
het drukstuk (2) (linkse schroefdraad). Steek
dan de borgpen (3) door de beschermkap (4)
en het drukstuk (2) om de aandrijfas (1) te
blokkeren.
Belangrijk: Bevestig eerst het tussen-
stuk (5) aan de beschermkap.
- Gebruik alleen de door de fabrikant goedge-
keurde snijwerktuigen.
- Maai op de juiste manier.
- Leg de motor stil als u de snijwerktuigen
vervangt en trek de ontstekingskaarskap uit.
- Controleer het snijwerktuig tijdens het
maaien regelmatig en, als u onregelmatighe-
den bemerkt, onmiddellijk.
- Vervang beschadigde of botte werktuigen
onmiddellijk. Scherp botte werktuigen om
terugslaggevaar te vermijden.
Verhoogd terugslaggevaar
- Bij gebruik van botte werktuigen.
- Als het roterende snijwerktuig
hard op een vreemd voorwerp
stoot.
Hierdoor kan een kritische reactie optreden
waardoor de motor kan omslaan en ongecon-
troleerde bewegingen van de bediener dode-
lijke verwondingen tot gevolg kunnen hebben.
Snijdraad bijregelen
18
Halfautomatisch
Stuit de bosmaaier onbelast een paar keer
tegen een begroeide ondergrond. De draad
wordt per ontgrendeling ongeveer 30 mm
verlengd. Te lange snijdraden worden door
het draadmes op de juiste lengte afgesneden.
81