Segment 4
Segment 5
Adres 242 Programmeren van de Opties en Lezergebieden (4 segmenten, FSD)
Segment 1
Segment 2
Proximity Kaartlezer - Installatiehandleiding
worden geprogrammeerd als Adres 0, Segment 1, Optie 7 is ingesteld.
(Standaard is 2)
Optie/LED nummer
0 / geen
1
2
3
4
5
6
andere
Dubbele badge functie. Programmeer de X-10 functie die wordt uitgevoerd
wanneer een kaart tweemaal wordt gescand binnen de Dubbele
Badge/Houd tijd (Adres 244, Segment 1). De beschrijvingen van de
functiecodes zijn dezelfde als voor de Enkele badge functie (zie tabel
segment 3). Dit Adres hoeft alleen te worden geprogrammeerd als Adres 0,
Segment 2, Optie 7 is ingesteld. (Standaard is 3.)
Enkele badge houd functie. Programmeer de X-10 functie die wordt
uitgevoerd wanneer een kaart wordt gescand en voor de kaartlezer wordt
gehouden gedurende de Dubbele Badge/Houd Tijd (Adres 244, Segment
1). De beschrijvingen van de functiecodes zijn dezelfde als voor de Enkele
badge functie (zie tabel segment 3). Dit Adres hoeft alleen te worden
geprogrammeerd als Adres 0, Segment 3, Optie 7 is ingesteld. (Standaard
is 2.)
Systeemopties
1
"Aan" als lezer is ingesteld voor Activeren programmeren kaart.
2
"Aan" als optische sabotage is ingeschakeld.
3
"Aan" als zoemer van kaartlezer de gewone bediendeelzoemer moet
volgen. (Standaard is Aan.)
4
"Aan" als deurbel is ingeschakeld (afhankelijk van optie drie en
activering van deurbel).
5
"Aan" als een Request to Exit (RTE) van een gescande kaart
opgeslagen moet worden als Code Ingave in de
gebeurtenissenlijst. (Standaard is Aan.)
6
"Aan" als een lezer gebruikt maakt van de CS1700 Legacy Mode.
(Standaard is Aan). Refereer naar de onderstaande nota.
7
"Aan" als een RTE van een zone of de Uitgangsverzoek-ingang
opgeslagen moet worden als Code Ingave in de
gebeurtenissenlijst.
8
Gereserveerd.
De kaartlezer maakt per default gebruik van de Legacy Mode. Een
alternatieve scan methode kan gebruikt worden door optie 6 te deactiveren in
locatie 242, segment 1. Voor deze methode moet de kaart gescand worden
gedurende een bepaalde tijd, het aantal beepsignalen refereert naar de scan
functie.
Voorbeeld van een dubbele scan functie : Legacy Mode – houdt de kaart voor
de lezer, verwijder de kaart en houdt de kaart opnieuw voor de lezer.
Alternatieve methode – houdt de kaart voor de lezer tot 2 beepsignalen
gehoord zijn.
Opties LED 1 (Groen)
1
"Aan" om status Gebruiksklaar van het systeem te volgen.
(Standaard is Aan.)
2
"Aan" om activering relais-driver uitgang te toggelen. (Standaard is
Aan.)
Gebeurtenis
Alle units uit
Alle lichten aan
Aan
Uit
Dimmer (helderheid verlagen)
Dimmer (helderheid verhogen)
Alle lichten uit
Gereserveerd
25