4. Gaspressiostaat
20/25 mbar uitvoeringen
De pressiostaat min. gasdruk, gemonteerd op de vei-
ligheidsklep, is in de fabriek afgesteld op een waarde
van 12,5 mbar, wat overeenkomt met de regeling
NL
voor aardgas.
300 mbar uitvoeringen
De gastoevoerleiding van de ketel DTG 320 Eco.NOx
300 mbar is uitgerust met twee gaspressiostaten :
een pressiostaat min. gasdruk I ingesteld op 15 mbar
en een pressiostaat max. gasdruk J
50 mbar.
De pressiostaat min. I controleert de opwaartse druk
(toevoerdruk).
Deze pressiostaat is zo ingesteld dat de ketel afslaat
zodat de toevoerdruk een minimum waarde bereikt
die niet voor de brander de bruikbaar is (fabrieksinst-
elling : 150 mbar).
De pressostaat maxi. J controleert de afwaartse druk
(druk aan de verstuivers).
Deze pressiostaat is zo ingesteld dat de ketel afslaat
zodra er een overdruk ontstat (fabrieksinstelling :
50 mbar).
Deze pressiostaten zijn gemonteerd op de multiblok
gasklep 300 mbar en elektrisch in serie geschakeld.
Opmerking : De pressiostaat max. gasdruk J wordt
manueel herbewapend. Indien de druk aan de voe-
ding de instelwaarde van 50 mbar overschrijdt
(abnormale stijging van de druk van het gasverdeel-
net, uitschakeling van een ontlastklep,...), schakelt de
pressiostaat max. gasdruk de elektrische voeding
van de vlambeveiligingsautomaat uit en vergrendelt.
De ketel kan slechts manueel heropgestart worden,
na herbewapening K van de pressiostaat max. gas-
druk (herbewapeningsknop aan de voorzijde van de
pressiostaat).
I
Pressiostaat min gasdruk
J Pressiostaat max. gasdruk
K Herbewapeningsknop van de pressipstaat max. gas
druk
5. Etikett aanbrengen
Breng het etiket aan dat vermeldt voor welk type gas
de ketel is uitgerust en afgesteld.
Voor een werking op propaan, regelt u een werkings-
druk von 20 mbar.
Bij een drukval van de gastoevoerdruk, schakelt de
pressiostaat min. gasdruk de ketel uit.
ingesteld op
20
I
K
J
J
8358N012